Op reis voel ik mij in het algemeen aangenaam ontheemd, ook al is er in de loop der tijd met de ervaring een valse zelfverzekerdheid gegroeid. Anders dan in Peru leek mijn verblijf in Gambia, enige jaren later, veel ontspannender, daarmee overigens niet noodzakelijkerwijs beter.

Er waren geen kakkerlakken in Tendaba Camp waar ik enkele dagen bivakkeerde, zomin als avontuur. Vandaar dat ik op een namiddag aldaar het kamp verliet, en het aangrenzende dorp aandeed. Er was geen Westerling te vinden tussen de bouwvallige hutjes, en ik voelde me mijns ondanks ontzettend blank. Twee jongens spraken mij aan, en vertelden trots over hun restaurant. Of ik er wilde eten. Misschien later, zei ik, maar liet ze wel uitleggen waar het was.

Ik slenterde verder, naar het haventje aan de rivier. Daar ging ik zitten, en bezag de bedrijvigheid van de mannen in de vissersbootjes. Het duurde niet lang voor ik omringd werd door kinderen. Een meisje van een jaar of vijf ging naast me zitten, pakte mijn onderarm, en begon aan een nauwkeurig onderzoek. Alsof ik er zelf niet bij was. Pluk kende ze natuurlijk niet, daarom wellicht liet ze zich de kans een Hollandse huid nader te bekijken niet ontnemen. Geamuseerd liet ik haar begaan.

Bij zonsondergang ging ik naar de plek die de jongens mij eerder gewezen hadden. Ik had trek, en het ‘restaurant’ benieuwde mij. Een hutje aan de rivier dat zich in niets onderscheidde van de rest van de krotten bleek te zijn wat ik zocht. De jongens gaven mij een enthousiast en warm welkom, en leidden mij door de enige kamer naar de achterzijde van het bouwsel, waar ze een tafeltje hadden geplaatst, direkt aan de oever van de Gambia. Bij het licht van een kaars in een lege jampot en onder het genot van lauwwarm bier werd mij een plastic bord geserveerd met daarop rijst, wat groente en de grootste garnalen die ik ooit gezien had.

Met plezier beloofde ik de jongens dat ik reclame voor ze zou maken. Zelden heb ik lekkerder gegeten. En daar deed de enorme kakkerlak die ik tijdens het diner over de muur zag lopen niets aan af.

  1. elfjetwaalfje zegt op 1 juli 2004:

    Je zorgde even voor nakende zomerblues, mIKe. Ik las te snel je reisplannen voor Gambia en merkte pas toen ik me al bij het onvermijdelijke neergelegd had, dat je allang naar huis teruggefietst bent.
    ‘Lees maar er staat niet wat er staat’
    Een beetje geoefende lezer had al bij de introductie gezien dat het om een reis in de verleden tijd ging. Blijkbaar heb ik meer oefening nodig.
    Opgelucht nu en nieuwsgierig uitkijkend naar nieuwe verrassende taalverhalen om te blijven oefenen.

  2. mIKe zegt op 2 juli 2004:

    Dat ik voor zomerblues kan zorgen doet deugd! Of eigenlijk ook weer niet, maar U begrijpt wat ik bedoel.

  3. elfjetwaalfje zegt op 2 juli 2004:

    yep ;-)

  4. bonsai zegt op 2 juli 2004:

    Wat dacht je? mIKe ons verlaten?
    Voor zomerblues zorgen?
    De zon komt toch ook weer op?
    Elfje toch!

Voeg een reactie toe

N.B. Het e-mailadres wordt nooit gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *