Verbluft keek ik hem aan, en herhaalde zijn woorden in mijn hoofd: “Ooit had ik een gesprek met een zevendedagsadventist, en die kon óók al niet geloven dat ik nooit naar betekenis zoek.” Tevoren had ik een ingang proberen te vinden, ik had gepoogd de mens die tegenover me zat te leren kennen. Tot mijn verbijstering was er echter niets. De man was leeg, op het bier na dat ie naar binnen goot.

Op mijn beurt had ik hem versteld doen staan toen ik vertelde dat ik al een jaar geen televisie meer kijk. Vermoedelijk werd ik door die bekentenis meteen met de een of andere sektarische zonderling vereenzelvigd. Alsof ik vanwege geloof geen gehoor gaf aan de zogenaamde geneugten des levens. Het feit dat ik mijn tegenspreker onverbiddelijk onder tafel aan het zuipen was deed daar blijkbaar niets aan af.

U moet weten, afgelopen weekend bevond ik mij, volkomen tegen mijn natuur in, op een door ettelijke duizenden personen bezocht evenement. Ieder jaar probeer ik het wel een keer. Dan wil ik weer eens zien of mijn vooroordelen aangaande de gemiddelde medemens bevestigd dan wel ontkracht worden. We hebben het hier over een door studenten georganiseerd tweedaags internationaal volleybaltoernooi waar ik aan deelnam. De lege man was tevens teamgenoot.

Ik sport graag, en doe dat al mijn leven lang. Toch mag het opmerkelijk heten dat ik juist in een teamsport mijn ei kwijt kan. Anderzijds levert de onvermijdelijke groepsdynamica immer denkvoer, hetgeen ook de nazit tot iets aangenaams maakt. Begrijp mij niet verkeerd, ik mag graag een biertje achterover slaan, maar drinken om het drinken, nou nee. Toch was dat precies wat er gebeurde op die bewuste plek des onheils waar ik van vrijdag tot zondag bivakkeerde.

Laatstentijds overvalt mij steeds vaker het gevoel dat ik aan het afdrijven ben. Ik doe mijn eigen ding, maar dat eigen ding wordt door maar weinigen begrepen. Het intense geluk dat ik ervaar als ik in een antiquariaat een obscuur werkje van een vergeten filosoof vind, als ik een nacht schrijf aan iets wat niemand ooit zal lezen, als ik letterlijk getroffen word door een inzicht, of als ik van die ene goede vriend een diepgevoelige, fijnzinnig gecomponeerde brief ontvang, dát soort geluk lijkt niet meer van deze wereld.

Misschien heeft de lege man ook wel gelijk, en bén ik een sektarische zonderling. Ik kan hoe dan ook niet begrijpen dat iemand zijn geluk enkel en alleen vindt in bier en tieten. Ofschoon ik er niet vies van ben, blijft het bijzaak, zij het een aangename. En precies daar verlies ik hem, de gemiddelde medemens. Zijn plezier is soms ook mijn plezier, maar mijn plezier nooit het zijne.

Godzijdank bent U even zonderling als ik.

  1. Actiereactie zegt op 20 juni 2007:

    Ik ga voor de bier en tieten!

  2. AnamCara zegt op 20 juni 2007:

    Inderdaad, Godzijdank. Er lopen al genoeg naar bier stinkende leeghoofden die alleen maar aan seks denken rond. (Dat moest er eens uit)

  3. Wil zegt op 20 juni 2007:

    *Guinness en tieten.

    Deshalve dat duidend duidelijk dienst doent, oké?

  4. mIKe zegt op 21 juni 2007:

    > Dat moest er eens uit.

    Ja, zoiets had ik ook :-)

    Overigens is het allemaal nog veel erger dan ik schetste. De betiteling leeghoofd blijkt namelijk uniseks, wat dacht U me daar van? Ook lege vrouwen zijn geen uitzondering. U zou de wodka-lime typjes die keurend rondblikken op zoek naar een boytoy eens de kost moeten geven. De wereld is een vleesmarkt.

  5. Oscar zegt op 21 juni 2007:

    De wereld een vleesmarkt?

    Vijf jaar mikzlog (van harte trouwens!) heeft uw wereldbeeld er klaarblijkelijk niet rooskleuriger op gemaakt.

    (en dat terwijl we hier volgens mij toch écht ons uiterste best hebben gedaan om u in uw einzelgang wat tot steun te zijn…)

    Mogen de komende vijf jaar beterschap brengen!

    (KnorknorBoeh)

  6. mIKe zegt op 21 juni 2007:

    @Oscar: Even voor alle duidelijkheid: insinueert U nou dat mikzlog mijn wereldbeeld vertroebelt? Ik verkeer zelf namelijk in de overtuiging dat de wereld ook zónder dit log een vleesmarkt gelijkt, maar wellicht heb ik het mis.

    Als de algehele banaliteit slechts door einzelgängers ervaren wordt kan men dan eigenlijk wel van banaliteit spreken? Ik bedoel, als er zonder goed geen kwaad bestaat dan is het wellicht beter dat de eenlingen hun biezen pakken.

    Enfin, ik zal dit alles nog eens overdenken. Met een biertje erbij.

  7. Oscar zegt op 21 juni 2007:

    Anderzijds: Wanneer, zoals u hebt mogen ervaren, zoveel einzelgängers door uw teksten en overwegingen worden aangezogen; is het dan eigenlijk nog wel verdedigbaar om van ‘einzelgängers’ te spreken?

    Misschien (ik zeg: héél misschien) gaat u uw gang wel helemaal niet zo eenzaam als u altijd heeft gedacht!
    En wie is er dán voor de banaliteit verantwoordelijk?

    (Zeg eens: biedt dat luchtbelletje u schrik, troost, vrees of hoop?) :)

  8. mIKe zegt op 21 juni 2007:

    Daar zegt U me wat. Einzelgängers zijn van nature niet erg zichtbaar, en het beeld van een vijfde colonne dat U hier schetst geeft te denken. Toch geloof ik er niet in, hoewel ik hoop blijf houden. Daarnaast, laten we mikzlog vooral niet groter maken dan ie is (namelijk een hummeltje van vijf).

  9. maarten zegt op 22 juni 2007:

    @Mike: als u het over een vleesmarkt hebt, De wereld als markt en strijd van Michel Houellebecq gelezen?

  10. nina zegt op 22 juni 2007:

    U heeft het gevoel dat u aan het afdrijven bent terwijl u, zo lees ik uit uw woorden, meer en meer aan het worden bent wie u bent. Het is geen afdrijven, het is loslaten, denk ik dan, en er zijn heusch meer ‘zonderlingen’ die gelukkig worden van een middag in een stoffig antiquariaat. Laat anderen hun ’tits and lager’ en laat u vooral meevoeren door uw eigen stroom.

  11. Gezellig zegt op 22 juni 2007:

    Het Godzijdank is wederzijds: ik herken me redelijk goed in uw verhaal. In mijn omgeving (incl familie) zijn er vele mensen die het maar raar vinden waar ik zoal mijn vreugde uit haal (verslinden van obscure boekjes, ook, en stilte, en rust – maar dan ook wel weer harde techno…). Hoe het ook zij: ook ik doe denk ik steeds meer wat ik eigenlijk wil. Maar of ik dat nou afdrijven moet noemen, nee. Ik denk dat Nina gelijk heeft.

  12. mIKe zegt op 22 juni 2007:

    @maarten: Jaren geleden heb ik die weleens gelezen, ja. Grappig dat U dit werkje associeert met de vleesmarkt waarover ik sprak, zelf was ik er nog niet opgekomen. Mijn houding jegens Houellebecq blijft overigens wat ambivalent: ofschoon ik het genoemde boekje nota bene in mijn kast heb staan denk ik altijd ’tja’, wanneer mijn oog ‘m passeert.

    @nina: Mooi zoals U dat zegt.

    @Gezellig: U óók al! Zou Oscar dan gelijk hebben met zijn veronderstelling dat er misschien wel een niet te overziene massa einzelgängers is? Wordt het op deze (ont)aardkloot uiteindelijk tóch nog hartstikke Gezellig!

    Gisteren, tijdens een aangenaam diner, werd ik door mijn disgenoot eveneens gewezen op het feit dat dat hele eenling-gedoe ook weer niet overdreven moet worden. Voor je het weet is het een pose, en dat is inderdaad niet mijn bedoeling. Wellicht verwoordt nina precies de vork in de steel.

    Toch: met einzelgängers onder elkaar is het fijn toeven :-)

  13. jnnk zegt op 24 juni 2007:

    Einzelgängers doen niet aan disgenoten.

  14. Sas zegt op 25 juni 2007:

    @jnnk: gelegenheids-zweinzelgänger.

Voeg een reactie toe

N.B. Het e-mailadres wordt nooit gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *