Er mocht wel eens wat leven in de brouwerij, en dus kocht ik mij een plant. U klinkt dit vreemd in de oren? Verplaatst U zich dan in mij, of liever, in mijn tot voor kort plantloze woning. Groen ontbrak er nog aan. Mijn bedoening oogde kaal. Een retourtje tuincentrum bood derhalve soelaas.

Ik kwam thuis met niet de minste onder de groeiers en bloeiers, een Calathea om precies te zijn, de eigenzinnigheid zelve. Overdag ontvangt zij mij met open armen, maar als het donkert (of als ik onzin tegen haar praat) sluit ze de bladeren. Een onmiskenbaar teken van leven.

Tot mijn niet geringe verbazing stak er een kaartje bij de plant met daarop, naast haar naam, een serieuze waarschuwing. De pleegvader van al dit moois beriep zich op het kwekersrecht en verbood mij om de Calathea te stekken. Ik raakte er danig van in de war.

Blijkbaar zag de kweker zichzelf als de maker van deze plant, en in zekere zin had hij nog gelijk ook: zonder hem bestond zij niet, tenminste niet in deze vorm. Ik begon er opeens aan te twijfelen of ik hier nu een stukje natuur of cultuur in handen had. En dat laatste vond ik maar niks.

Ik vervloekte het antropocentrisme van de kweker. De mens zelf is immers ook onderdeel van de natuur, hij staat er niet boven. Hoe kon hij er dan toch aanspraak op maken? Buiten dat zag ik mij geconfronteerd met een nog veel prangender probleem. Een zaak van leven of dood.

Tijdens de reis van tuincentrum naar huis was er een takje geknakt. Wat moest ik nou met dit blaadje Calathea? Het vernietigen, zoals de kweker wilde? Dat kon ik niet over mijn hart verkrijgen. Het verbod aan mijn laars lappend vulde ik een glas met water en zette daar het takje in. Hij kon me wat.

Vervolgens beklaagde ik me bij mijn plant. Waar moet het in godsnaam heen als voorgeschreven wordt wat er wel of niet mag gebeuren met het ongeboren leven? Ik brieste. Een geselecteerd embryo is toch óók een mens!? De Calathea zei niets, maar sloot in plaats daarvan haar bladeren.

  1. Oscar zegt op 14 augustus 2008:

    Zeg eens eerlijk: wat vinden de geesten van uw nieuwe oude huis er eigenlijk van, dat u met planten praat?

    Die kleine schonkige kereltjes moeten zich welhaast dood lachen!

  2. Mijnheer Lijstje zegt op 14 augustus 2008:

    Ik zou de kweker om drie uur ’s nachts bellen en hem het probleem voorleggen. Deze kweker is van een gevaarlijk ras. Ik hoop niet dat er stekjes van hem rondlopen.

    Er zijn ook grote bedrijven die patent aanvragen (en krijgen) op bepaalde rassen, uiterst stuitend.

  3. jan zegt op 15 augustus 2008:

    Wie wil er een plant stekken die zich al voor de eerste de beste discussie afsluit?

  4. Oscar zegt op 26 augustus 2008:

    Over plantaardig gesproken: ‘nog naar de Hortus Botanicus in Leiden geweest vandaag?

Voeg een reactie toe

N.B. Het e-mailadres wordt nooit gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *