U is ongetwijfeld bekend met Conway’s Game of Life, en zo U zich nu achter de oren krabt, dan volgt straks de oja-erlebnis. In dit spel bestaat de wereld uit een raster van vierkantjes (cellen), die elk aan of uit kunnen staan. Het leven evolueert aldus: de eerstvolgende toestand van iedere cel wordt bepaald door die van zijn buren, aan de hand van enkele eenvoudige regels. Beginnend met een al dan niet willekeurig patroon kunt U zo een populatie zien groeien of sterven. Het is tamelijk verslavend om hiermee te experimenteren.

Het spel wordt door nul spelers gespeeld, tenzij U de prima causa (Uzelf dan wel God) als speler ziet. Het is natuurlijk de kunst om patronen te vinden die leiden tot interessant gedrag. In de loop der tijd – de Game of Life is bijna 40 jaar oud -, zijn er al heel wat boeiende meercelligen gevonden, van de eenvoudige Glider tot een Gliders producerende gun. En meer.

Is dit spel op zich al grappig, de implicaties des te meer. Conway’s Game of Life kunnen we op (minstens) twee abstractieniveaus bekijken. In de eerste plaats zijn er de individuele cellen, die gehoorzamen aan strikte wetten. Daarenboven bestaan er creaturen als de gun, die Gliders baart. De filosoof Daniel Dennett spreekt respectievelijk van de physical stance en de design stance. Het is maar net hoe je het leven bekijkt.

Een analogie is nog geen waarheid, maar bovengenoemde niveaus laten zich prachtig vertalen naar onze eigen wereld als zijnde natuurkunde versus biologie. Dennett poneert nog een derde niveau, de intentional stance, waarmee we het domein der psychologie betreden. Zo ziet hij de vrije wil als een abstractie die zich op dit laatste (hoogste) niveau bevindt. Net zo ‘echt’ als kunst.

Dit en meer schoot mij door het hoofd toen ik mijn neefje, één week oud, in mijn armen hield, en ik zeker wist dat ik hem nooit anders dan op het allerhoogste abstractieniveau kon zien: dit mannetje is volslagen echt en volslagen zichzelf.

Niettemin is het beeld van Dennett alleraardigst, het klaart de lucht van spraakverwarring, en daarnaast bevat het een belofte. Immers, als onze menselijke eigenschappen daadwerkelijk slechts abstracties bovenop wat fysica zijn staat niets ons in de weg om zelf te gaan knutselen. And that’s where I come in!

Deed ik U tevoren al verslag van mijn schuchtere schreden op programmeergebied, inmiddels ben ik zover dat ik de tijd rijp acht om een heus project te starten. Ik ga een meisje bouwen, niet van echt te onderscheiden. Ik opperde zulks al eerder, maar nu is het mij ernst. We hebben het hier uiteraard over een chatbot, haar lichaam denken we er gewoon bij, dat is wel zo spannend.

Mijn motivatie is drieledig. Allereerst ben ik razend benieuwd hoe je zo’n robot nou aan de praat krijgt. Onmogelijk is het niet, er bestaan chatbots genoeg. Maar misschien kan het beter, of moet het anders. Doen is leren, en ziedaar ook de tweede reden van mijn plan. Door te programmeren ga ik beter programmeren, en dat is wat ik wil. Tenslotte ben ik op zoek naar de grenzen van de drie stances. Wanneer wordt een chatbot menselijk, en kan dit überhaupt?

Mijn eerste verkenningen op dit gebied wijzen op een extensief gebruik van databases: de meeste chatbots werken domweg met een bibliotheek van vragen en antwoorden, in mijn ogen een hoogst onelegante oplossing. Je zou toch hopen dat er meer bij het bouwen van een meisje komt kijken. Gevoel, misschien? Of is dat slechts abstractie? We zullen zien.

Hoe dan ook, iets blijft er knagen: al zou het me lukken om een levensecht meisje te bouwen, dan nog vraag ik me af of mijn broertje zich evenveel oom zal voelen als ik.

  1. Mijnheer Lijstje zegt op 26 juli 2009:

    Ik reed laatst met iemand mee in de auto.

    Thuisgekomen ging ik eens even zijn site ‘uitchecken’. Het bleek de Bitstorm site te zijn :-)

    Totaal nutteloze info, dat weet ik ook wel. Maar ik hou van dit soort toevalligheden.

  2. mIKe zegt op 11 augustus 2009:

    @Mijnheer Lijstje: Van dit soort toevalligheden hou ik ook, en dat weet U! :-)

  3. Mijnheer Lijstje zegt op 16 augustus 2009:

    Ja dat wist ik, en niet toevallig :-)

Voeg een reactie toe

N.B. Het e-mailadres wordt nooit gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *