“Alleen als hij speelt, is de mens volledig vrij.”

Woorden van die strekking ontsnapten ooit de lippen van de romantische alleskunner Friedrich Schiller. Ze klinken heel aardig, maar wat bedoelde hij er eigenlijk mee? Welnu, in de ‘echte’ wereld moet je vechten voor je hachje, je hebt weinig keus. Ik stel me die toestand voor als een soort Hobbesiaanse oorlog van allen tegen allen. Friedrich Schiller wees op het belang van ritualisering van dit geweld, in de vorm van spel. Je kunt voorkomen dat je elkaar letterlijk de hersens inslaat door er spelregels voor te verzinnen. Het directe wordt op die manier ingewisseld voor het indirecte, en dat maakt het allemaal een beetje draaglijker. Sommige mensen noemen dit beschaving.

Friedrich Schiller ging nog verder. Hij voegde er een element aan toe, en wel het esthetische, zoals hij het zelf noemde. Ook geritualiseerd geweld kan in chaos en anarchie ontaarden, tenzij de mens een gevoel voor schoonheid wordt bijgebracht. Het spel dat Schiller voor ogen stond was dat der Schone Kunst. Dankzij de kunst kan de van zichzelf vervreemde mens weer ‘heel’ worden.

Enfin, heel wilde ik worden, en dus wijd ik mij sinds enige tijd aan het spel. Op 2 maart 2010 meldde ik mij aan op een website die volkomen in het teken staat van geritualiseerd geweld. In deze Fight Club daag je iemand uit voor een gevecht op leven en dood. Volgens de regelen der kunst, uiteraard. Om beurten mag je elkaar een klap geven, totdat één van de twee neergaat. Omdat je alle tijd krijgt om te doen wat je moet doen kan zo’n gevecht weken duren. Normaalgesproken ben ik er in zes tegelijk verwikkeld.

Wie zich weleens afvraagt of ik nog leef kan zich er hier van vergewissen. Ik vind dit spel, deze ideeënstrijd fantastisch. Mijn tegenstanders komen uit de hele wereld, maar omdat ze allemaal dezelfde spelregels in acht nemen, doet het er niet toe of ik ze ook daadwerkelijk kan verstaan of niet. We spreken elkaar in het gevecht, op het bord. Zo kan ik bijvoorbeeld een week lang met iemand uit Nepal bezig zijn. Ik zie hem zijn plannen ten uitvoer brengen, en hij de mijne. We begrijpen elkaar zonder enig woord. Ik dwing respect af door die ene, diep doordachte en wonderschone combinatie, en dan, als het allemaal voorbij is, mis ik hem. Geen gevecht eindigt zonder enig gevoel van spijt.

Als je zo innig contact kunt hebben door het spelen van een spel, dan moet er wel iets waars zitten in de woorden van Friedrich Schiller. Je vraagt je daarnaast af waar en of het spel ooit ophoudt. Is het gesprek dat ik met U of met wie dan ook voer niet ook een spel? We houden ons aan zekere grammaticale en niet te vergeten sociale regels. Aan spelregels, zogezegd. Maar juist door ons aan die regels te houden verkrijgen we een gevoel van vrijheid. Is niet alles spel?

Om deze kwestie wat dieper te onderzoeken ben ik van plan om de ‘echte’ wereld in te trekken. Daar waar men elkaar de hersens letterlijk inslaat. Als de grens tussen het directe en het indirecte ergens gevonden kan worden, dan moet dat wel hier zijn, in Richmond. Ik heb nog een maand om te trainen. Wish me luck.

  1. Jeremy Llewiff zegt op 15 april 2010:

    Chess boxing.

    Juist.

    Een typisch voorbeeld van waarom de aliens onze wereld met ietwat oncomfortabele vervreemding zullen aanschouwen om vervolgens met grote ogen heel hard door te vliegen.

  2. Daniel zegt op 21 april 2010:

    @Jeremy: u bent uit op narrenmat, wat een miskenning is van de schoonheid van het spel en een grove onderschatting van uw tegenstander. Vlieg door naar Mars.

  3. CasaSpider zegt op 22 april 2010:

    Wat ik mij afvraag, in deze tijden van computers, hoe kan men voorkomen dat de spelers ’s nachts hun volgende zetten door slimme programma’s laten bepalen?

  4. mike zegt op 22 april 2010:

    @CasaSpider: Bij de inschrijving moest ik plechtig beloven dat ik dat nooit zal doen, maar je hebt gelijk: echt afdwingen kun je het niet. Het is echter de eer van een schaker te na om op die manier te winnen. Dat doe je gewoon niet. Er is ook geen lol aan om Milli Vanilli te willen imiteren.

  5. Oscar zegt op 22 april 2010:

    (hoewel het op zich een grotere verdienste is om Milli Vanilli adequaat te kunnen imiteren dan om Milli Vanilli te Zijn.
    Maar wellicht begeef ik me nu iets te uitbundig ‘off topic’)

  6. Puck zegt op 7 augustus 2010:

    Heer Mike, enige vragen:

    – gaat u ooit nog nieuwe stukjes hier schrijven? Of:
    – bent u, als zovelen, naar twitter verhuisd? En zo ja:
    (-hoe kan ik u daar, of wellicht elders, vinden?)

    – waarom staat u doorlopend in mijn bloglines-dinges als geupdate, terwijl er hier, laten we wel zijn, squat gebeurt? Of is dit log als de speelgoedbeesten uit kinderfantasieen, die, als de mensen slapen, tot leven komen en grootse avonturen hebben, en heel snel weer in doodse stand terugkeren als er iemand binnenkomt, of er nooit iets was gebeurt?

    en tot slot, wat meer in lijn met dit laatste postje:
    – is het mogelijk voor een bejaarde (33y.o.) om nog te beginnen met schaken, helemaal vanaf de basis? Of acht u dat een volkomen zinloze onderneming, iets wat vooral de omstanders ineen doet krimpen van weerzin en ergernis; als een bejaarde die nog wil leren skeeleren of balletdansen of vioolspelen?

    Tot zover.
    Een reactie wordt zeer gewaardeerd. Geen haast – ik heb deze vragen al zeker een maand opgepot, u mag best een dag of één, anderhalf, over het geven van antwoorden doen.

  7. mike zegt op 9 augustus 2010:

    Puck! Wat fijn van U te horen.

    Enige antwoorden:

    Ja. Ik ga hier ooit nog nieuwe stukjes schrijven.

    En: neen! Ik ben niet naar Twitter verhuisd. Het een hangt misschien wel samen met het ander. Juist door de grote volksverhuizing naar Twitter dacht ik hier in mijn eentje te zijn overgebleven. En toen was de lol er even af.

    Maar ik voorzie een opleving. Binnenkort wordt het weblog heruitgevonden en zal het weer – net als ooit – de haven zijn waar U en ik (en die ene andere lezer) zich terugtrekken. Daar lezen we elkaar onze stukjes voor en verbazen we ons over het feit dat we met zo weinig zijn, want de sfeer is zo goed. Maar die sfeer is juist zo goed omdat we met zo weinig zijn.

    Met Uw 33 lentes bent U overigens een jonge blom (tenzij U mij inmiddels hoogbejaard zou willen noemen), en zeker niet te oud om te leren schaken. De spelregels heeft U in principe binnen een uurtje onder de knie. Een sterke speler worden kost uiteraard wel wat meer tijd, maar dat doet er niet toe, het is zaak om tegenstanders van je eigen niveau te kiezen. Ook beginners spelen spannende partijen. En al doende leert men.

    Wat bloglines betreft: dit log is inderdaad als de speelgoedbeesten uit kinderfantasieën. Zelf heb ik één keertje ’s nachts gekeken, en ik wist niet wat ik zag …

  8. ylsa zegt op 27 september 2010:

    Beste Mike,

    Er zijn grenzen!
    Helaas moet ik u mededelen dat u, wegens improductiviteit, met onmiddellijke ingang uit de favorietenlijst wordt gemik(e)t.
    Veel dank voor enkele jaren lees- en denkplezier.

    Ylsa

  9. Oscar zegt op 28 september 2010:

    ( en daar kunt u het dan mee doen.
    Na al die jaren van bloed, zaad en tranen….)

  10. Bjorn zegt op 29 september 2010:

    Ikzelf blijf nu en dan eens komen spieken. Ooit moet dat toch lonen…

  11. Ikvindvanniet.nl zegt op 28 november 2010:

    Succes met trainen en de rest…. :)

Voeg een reactie toe

N.B. Het e-mailadres wordt nooit gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *