Aanloop, sprong, smash. Het klinkt zo simpel, maar de aanval is één van de lastigst aan te leren vaardigheden in de volleybalsport, zo kan ik U als jeugdtrainer vertellen. Ook mijzelf heeft het ooit jaren gekost voordat ik het kunstje echt goed doorhad. Het probleem is dat er bijzonder veel techniek bij komt kijken, waar je tijdens de uitvoering juist niet aan moet denken. Zodra je gaat denken gaat het fout. Maar zonder denken krijg je die techniek weer niet aangeleerd. Ziedaar het vicieuze cirkeltje waar iedere beginnende volleyballer doorheen moet.

Die niet denken maar doen mentaliteit speelt in de meeste sporten een belangrijke rol. De fameuze honkbalwerper Steve Blass kan ervan meepraten. Na tien jaar lang record na record te hebben gebroken, kreeg hij in 1973 opeens geen fatsoenlijke bal meer uit zijn handen. Waarom? Omdat hij begon te denken. Hij kon er niet meer mee stoppen, en moest uiteindelijk zijn carrière vaarwel zeggen. Nog altijd wordt deze afwijking – denken tijdens de sport – de Steve Blass disease genoemd.

Maar nu wordt het interessant. Want als ik in een volleybalwedstrijd niet denk tijdens mijn aanval hoe krijg ik die bal dan langs het blok? Wat doe ik precies in die fractie van een seconde dat ik op het hoogste punt ben, vlak voordat ik de bal raak? Kies ik er bewust voor om de bal een beetje naar links of juist naar rechts te slaan? Ben ik dan niet toch aan het denken?

Misschien heeft U weleens gehoord van de experimenten van de neurofysioloog Benjamin Libet, die wist aan te tonen dat de hersenen onbewust beginnen met een door de mens gewilde verrichting: een fractie van een seconde nadat de hersenen een besluit nemen wordt een mens zich daar pas van bewust. Aha! Laat dat nou net dezelfde fractie van een seconde zijn als het moment dat ik tijdens de aanval in de lucht hang. Mijn hersenen doen dan weliswaar iets, maar ik weet van niets: ik denk niet dus ik scoor.

Sommige mensen worden knap zenuwachtig van de implicaties van de experimenten van Libet. Als er onbewust beslissingen worden genomen kan een mens dan nog wel verantwoordelijk worden gehouden voor wat hij doet? Al slaapwandelend kun je een moord plegen en worden vrijgesproken, maar zijn wij eigenlijk niet allen slaapwandelaars, met alle gevolgen van dien? Nou nee, dat denk ik niet. De meeste beslissingen worden namelijk helemaal niet in een fractie van een seconde genomen, maar gewikt en gewogen. Wij leven op een andere schaal.

Behalve dan tijdens de smash. Hetgeen toch te denken geeft. Ben ik wel verantwoordelijk voor de punten die ik maak?

  1. Sas zegt op 21 april 2012:

    U haalt hier aangeleerde handelingen en de ‘knechtschap der affecten’ door elkaar. Libet spreekt over dat laatste, over een intentie tot handelen, waar men zich pas fractie later bewust van is. Maar er is wel tijd voor correctie. Gelukkig maar. Als ik alles zou doen, wat in mij opkomt, heb ik geen leven meer ;-) Als ik over alles zou moeten nadenken overigens ook niet.

  2. mike zegt op 23 april 2012:

    @Sas: Op het moment dat juist die ene fractie van een seconde er toe doet, bijvoorbeeld tijdens topsport, moet je juist niet meer corrigeren, maar de intentie tot handelen direct omzetten in handelen. Er is geen tijd om na te denken. Ofschoon ik mijn eigen verrichtingen op het volleybalveld geen topsport durf te noemen, ken ik wel de roes van de aanval waarbij het besef van het gescoorde punt pas later komt. Ik ben het volkomen met U eens dat men in het dagelijks leven tijd genoeg heeft voor correctie (eerst denken dan doen), maar gaat dat ook op tijdens sport?

    Ik vind het een intrigerend (en aannemelijk) idee dat de mooiste sportmomenten onbewust worden uitgevoerd – zouden we deze veronderstelling hard kunnen maken? – terwijl de sporter in kwestie daar wél de credits voor krijgt (en de slaapwandelende moordenaar anderzijds vrijuit gaat).

  3. Daniel zegt op 24 april 2012:

    Heerlijk dat gevoel om boven u zelf (en anderen) uit te stijgen (en te scoren). Ik ken het ook als een fijn, maar moeilijk grijpbaar fenomeen. Misschien is dit wat onder “flow” verstaan wordt. Het is wellicht de bewuste controle behoefte die dit feestje voortijdig kan verstieren.

    Een belangrijk verschil met de slaapwandelende moordenaar zit hem erin dat u wekelijks traint om uw prestaties neer te zetten, om de gevoelde beweging te automatiseren ten dienste van de effectieve puntenscorende machine die u werkelijk bent. Dan werkt uw gevoel niet tegen u (geen knechtschap der affecten) maar voor u. Maar misschien is uw dilemma om credits te ontvangen voor iets wat deels onbewust gebeurt? En voelt het toch wat ongemakkelijk om zo vrijuit te filosoferen en te volleyballen?

  4. Daniel zegt op 24 april 2012:

    Scoren is moorden (? of !).

  5. Daniel zegt op 3 mei 2012:

    Door zo’n stilte raak ik toch wat ongemakkelijk over mijn reacties… Sla ik de plank mis en heb ik u niet goed begrepen, of is er gewoon iets anders aan het gisten?

  6. mike zegt op 3 mei 2012:

    @Daniel: Ik voel me meteen ongemakkelijk bij het idee dat U zich ongemakkelijk voelt. Nergens voor nodig! Ik was inderdaad even afgeleid ;-)

    U heeft zeker een punt met die wekelijkse training: het is uiteraard wel de bedoeling dat er gescoord wordt, ook al maak je het op het moment zelf misschien niet mee. En dus zijn de credits ongetwijfeld verdiend. Een heel verschil met die arme, per ongeluk moordende slaapwandelaar. Alhoewel er natuurlijk wel wat af te dingen valt op de stelling dat een mens alleen maar verantwoordelijk voor zijn daden is als ze de bedoeling zijn.

  7. Daniel zegt op 4 mei 2012:

    Ik weet dat het uw bedoeling niet was om mij te verontrusten. Daarom des te meer dank voor de geruststelling.

    En nu ik even over mijn eigen ongemak over uw ongemak nadenk, denk ik dat het maar een lastig ding is om je zo verantwoordelijk te voelen voor andermans beleving. Ik vind het maar zwaar om me verantwoordelijk te voelen voor alle punten die ik bij iemand anders maak. Ondanks al het goede dat dit doet voor mijn behoefte aan (een idee van) controle. Flow; dat is fijn. Had ik dat al gezegd?

  8. ArieBos zegt op 6 mei 2012:

    Ondeskundig op ieder gebied dat hier wordt geraakt kan ik vrijuit spreken, herstel: schrijven. Het onbewuste is me er één, om een bekend cabaretier uit het oosten des lands maar eens te parafraseren.
    Wie of wat ook, u bent óók uw onbewuste, dus ten volle verantwoordelijk, moordend, scorend of wat dan ook. Wat de juristerij daarvan maakt is wat anders.
    Jammer vind ik wel dat we dat onmiskenbare deel van ons, met haar/zijn(?) grotere mogelijkheden, niet beter kunnen inzetten. Trainen – las vandaag nog over (pc-) toetscombinaties die in je spiergeheugen gaan zitten – helpt, maar “is that all there is”?
    (Zoals een mededanser het ooit plastisch uitdrukte: het moet eerst tussen je oren en dan tussen je benen zitten.)
    Als ik ’s ochtends niet kan slapen geef ik mijn on(der)bewuste wel eens heel bewust de opdracht SLAPEN! en dat lijkt/schijnt te helpen. En niet zelden komt een probleem waar eerst nog geen oplossing voor leek, alsnog triviaal over. Nu nog hoe we dat kunnen sturen. Trainen, wat u zegt.

  9. Thomas zegt op 31 augustus 2012:

    Hallo!
    Ik heb onlangs een blog aangemaakt en ik zou het leuk vinden als je even een kijkje nam.
    Het blog gaat over het studentenleven.
    http://hetlevenvaneenrechtenstudent.blogspot.nl/

    Groeten

    Thomas.

  10. robtheblob zegt op 10 oktober 2012:

    U leeft nog.. dat is indrukwekkend! :)

  11. Willem zegt op 14 december 2012:

    Alles wat ik weet van volleybal komt van Kant’s Kritieken.

Voeg een reactie toe

N.B. Het e-mailadres wordt nooit gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *