Ze maakten hem bang, de anderen. Want zij waren niet als hij, en door hen was hij zichzelf niet. Ontvluchten leek onmogelijk. Ze waren immers overal. En dus was alles wat hij deed slechts gevolg. Zij bepaalden hem, direct of indirect.

Nooit werd hij beoordeeld op wie hij was, maar alleen op wat hij deed.

Omdat hij verder toch niets beters te doen had, kwelde hij zichzelf met onnozele vragen, zoals de volgende. Woon ik in een huis omdat ik in een huis wil wonen, of omdat iedereen in een huis woont? Zeg ik goedemorgen tegen de buurman omdat ik hem een goede morgen wens, of omdat het vreemd is om dat niet te doen? Ga ik dag in dag uit naar m’n werk omdat ik niets liever doe dan dat? Leef ik zoals ik wil, of zoals het hoort?

Als hij sprak was dat in de hoop begrepen te worden. De beperking die dat oplegde maakte van hem een zwijgzaam man. Het kwam zijn reputatie niet ten goede.

Eigenlijk heb ik hem al een tijd niet meer gezien, deze armzalige. En als ik niet beter wist zou ik zeggen dat hij eindelijk zichzelf heeft gevonden.

  1. Actiereactie zegt op 10 mei 2005:

    Er staat een man in de massa, bewegingsloos, zijn hoofd voorovergebogen, als is hij iets kwijt, maar niet serieus zoekende.

  2. Dr.D zegt op 10 mei 2005:

    Daarom neemt men op zijn tijd…
    Een gezonde dosis onverschilligheid…

  3. Mijnheer Lijstje zegt op 10 mei 2005:

    Mooi gezegd…

  4. wiro zegt op 16 mei 2005:

    Na herlezing blijft het een mooi schrijfsel. Niet omdat iedereen dat vindt, maar omdat dat mijn eigen idee is.

  5. Oscar zegt op 22 januari 2009:

    U heeft hem al een tijd niet gezien, deze armzalige?

    Welaan, volgens mijn welingelichte bron raast hij sedert 8 januari j.l. met doodsverachting over de provinciale weg.

    Indien u het belieft een confrontatie met deze vermaledijde uit de weg te gaan, dan adviseer ik u vooral strak rechts te houden.

Voeg een reactie toe

N.B. Het e-mailadres wordt nooit gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *