De kogel is door de kerk, mijn ouderlijk huis is verkocht. De navelstreng was weliswaar al lang geleden doorgeknipt – sinds mijn negentiende ben ik uithuizig – maar nu is dus ook de moederkoek op. Vergeeft U mij deze flauwe beeldspraak, we hebben het hier echter wel over de woning waar ik geboren ben. En misschien zelfs verwekt, maar daar was ik zo U begrijpt niet bij.

Wanneer ik er op onregelmatige tijden op bezoek kwam, werd ik steevast op een duizendtal herinneringen getrakteerd. Mijn kamertje dat mijn kamertje niet meer was bracht probleemloos alle hunkering van mijn tienertijd naar boven. Tussen de vele verhalen zag ik de omgeving niet meer. Een bitterzoet gevoel.

Een beroemd kwatrijn van E. du Perron is veelzeggend.

   Wij leven ’t heerlijkst in ons verst verleden:
   de rand van het domein van ons geheugen,
   de leugen van de kindertijd, de leugen
   van wat wij zouden doen en nimmer deden.

En toch, hoewel er iets afgesloten wordt, niet dit. Het kinderlijke noch de hunkering is ooit verdwenen. De leugen zit in mij, niet in het verleden. Maar even slikken moet ik wel, nu het huis vol herinnering binnenkort ook zelf tot herinnering verworden zal.

  1. Pascal Digital zegt op 10 april 2006:

    Het ouderlijk huis houdt op het ouderlijk huis te zijn als je er je laatste droom in doorbrengt.

  2. maharal zegt op 11 april 2006:

    allee, ben daar ook mee bezig…
    ben daar echt ziek van, mijmerende geesten, levende sceletten, moet dringend een uitdrijver, een sjaaman.

  3. Dr.D zegt op 16 april 2006:

    Gestapelde stenen tegen weer en wind.
    Dat is een huis…

  4. sarah zegt op 24 april 2006:

    De evidente plaats waar je steeds terugkwam, de tijdloosheid van de zomers. Het huis ‘waar de dagen trager waren’, ‘lag stil’. Het was de eenheid van plaats en tijd. Pas later wisten we hoeveel we daar gedroomd hadden.

Voeg een reactie toe

N.B. Het e-mailadres wordt nooit gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *