Kunt U zich er iets bij voorstellen, bij associatief schrijven? Het doet me denken aan een kraan die openstaat, de wasbak vult en overstromen laat, en vervolgens vloer en alles wat zich daar bevindt benat. Het water kruipt dóór het tapijt, vindt kieren tussen balk en plaat, en druppelt zo in het onopgemaakte bed van buuf benee. Zij is nooit thuis, weet niet wat liefde is, maar verkeert in kringen hooggeplaatst. En dat is ook wat waard.

Haar ranke schouders dragen ’s werelds last, die daar nauwelijks op past, hetgeen zij met haar ogen zegt. De opticien kijkt er niet van op, hij is wel meer gewoon, als zij zich meldt per telefoon om nu toch eindelijk eens te laten zien naar wat er mis is met haar hoofd. Een afspraak volgt kort. Niets aan de hand, zegt de man nadien, als hij in één opslag heeft gezien dat het niet haar ogen zijn waar het aan schort. Volgende patiënt! Buuf gaat heen.

Een jongeman betreedt optiek – diep van binnen geestesziek – en groet de oogarts met een knik. Hij tovert een vervaarlijk mes in zicht, en plaatst ‘m doelgericht tussen tweed’ en derde rib. De arme dokter hapt vergeefs naar lucht, en blaast van weeromstuit zijn laatste adem uit. De gek wordt opgepakt en naar dolhuis meegetroond, met eenzame opsluiting beloond, maar voor de brillenman komt dát alleszins te laat.

Wie kómt er heden nog op tijd, lopend achter ieder feit, en vergeten waar het allemaal om gaat? Geen horloge, digitaal of analoog, die vermag dat men de dag met inzicht plukken mag. Ik klaag er niet om, maar betreur dat men met zichzelf leuren moet om te laten gebeuren wat men normaliter niet doet. De gek bonkt zijn hoofd tegen de met kussens behangen wand van isoleervertrek. Hij heeft geen flauw benul waarom. Hij óók geen flauw benul.

Het dolhuis is door bos omgeven. Groen geblaar contrasteert met ’t rood gevaar dat binnenshoofds rondwaart. De bomen, ja de bomen blijven staan, zien mensen komen en gaan, en blijven generaties leven. Baby wordt puber wordt ik word bejaard, doch het bos blijft om het even. Wie daar niet gek van wordt heeft het niet begrepen. Maar ik wandel, tussen de bomen door, en volg de route der roodwitte bordjes. Rondje Austerlitz. Mijn Waterloo.

  1. AnamCara zegt op 23 september 2006:

    Oefen vooral lekker verder. Minstens éénmaal per week associatief schrijven op het menu. Heerlijk vind ik dit, bedankt!

  2. bjorn zegt op 25 september 2006:

    U had het ook in vers-vorm kunnen posten, vermoed ik… Of was dat te opvallend geweest, heer mIKe ?

  3. mIKe zegt op 26 september 2006:

    @AnamCara: Fijn te horen :-)

    @bjorn: Nee, ik had het niet in vers-vorm kunnen posten. Juist het gevecht tussen het ritme van de regels en de regels van het ritme heb ik willen laten zijn. Ik vond dat veel spannender dan hapklare partjes te serveren.

    Sowieso heb ik mij vermaakt met dit schrijven, met het creëren van een stuk met een relatief hoge oneliner-dichtheid. U, als lezer, mag zelf de rijpste vruchten plukken. Die ene zin die U raakt. En U mag zelf met ritme stoeien.

    Ach, het is ook maar een experiment, dit al.

  4. bjorn zegt op 27 september 2006:

    U hebt gelijk.
    Ik buig het hoofd voor de meester, en dat is met slechts het kleinste vleugje van ironie gezegd…

  5. mIKe zegt op 27 september 2006:

    @bjorn: Zó bedoelde ik het natuurlijk niet :-) Ik ben het die het hoofd moet buigen, voor U, omdat U genegen bent te kijken naar wat ik wil laten zien.

Voeg een reactie toe

N.B. Het e-mailadres wordt nooit gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *