“Soms moet ik hem kwetsen om tot hem door te dringen.”

Aan voornoemde uitspraak, die mij via de mond ener charmante dame ter ore kwam, nam ik mijns ondanks aanstoot. De dame in kwestie werd er bijna een tikkeltje minder charmant van. Fluks ontnam ik haar het woord, en stak van wal over mijn geliefde. “Met haar”, zei ik, “deel ik méér dan alleen de sleutel van het huis, ook tot mijn binnenwereld heeft zij toegang. Let wel: zonder kloppen.”

Natuurlijk kan men erover redetwisten of dit nou eerder haar verdienste is dan de mijne, maar als U het mij vraagt ben ik vooral door haar mezelf. Mijn teerbeminde bemin ik niet voor niets teer. Het heeft geen zin om te duwen tegen een deur die naar buiten openslaat als je naar binnen wilt. Kwetsen, zo meen ik, komt voort uit onmacht.

In de computerkunde kent men het begrip brute force, dat kort gezegd neerkomt op het gebruik van rekenkracht zonder algoritme om een probleem op te lossen. Ieder wachtwoord valt bijvoorbeeld te kraken door maar lang genoeg en domweg proberen. Zó kom je dus ook binnen, zij het niet zo elegant.

Iets dergelijks: de term kunstmatige intelligentie komt vooralsnog niet van zijn bijvoeglijk naamwoord af, omdat men het er in het algemeen over eens is dat er voor échte intelligentie wel wat meer nodig is dan brute kracht. Maar zijn wij dan zo intelligent?

Zolang de gemiddelde medemens aan de buis gekluisterd zit voor een programma als ‘Het moment van de waarheid’ waarin men ten overstaan van de wereld(!) kwetst(!) voor geld(!) maken ze mij niets wijs: dit land is gevuld met onmachtigen.

  1. jnnk zegt op 16 september 2008:

    U komt vaak zo zeker over. Nu ook. Ik weet het vaak niet. Mijn geliefde heeft zeker toegang tot mijn binnenwereld en andersom ook, maar soms kunnen we de weg na die deur die openstaat, niet meteen vinden. Neemt niet weg dat ik wel heel goed weet hoe het niet moet: bijvoorbeeld zoals in dat vermaledijde moment van de waarheid.

    (De leugendetector, overigens, is voor mij nog steeds een iets te avontuurlijk meetapparaat is (terwijl ik weet dat het ook in werkelijkheid gebruikt wordt).)

    Zo moet het niet, en zo wil ik het niet. Hoe het kan dat Robert ten Brink er ten volle van overtuigd is dat het geen slecht programma is (bron: De Wereld Draait Door), is mij dan ook een raadsel en maakt hem nog onbenulliger dan hij al was.

    Maar om even terug te komen op het begin: als de deuren openstaan, is de weg daarachter dan altijd gemakkelijk te vinden?

  2. mIKe zegt op 16 september 2008:

    @jnnk: Niet zelden is mijn schrijven residu, een weerslag van gedachten en gesprekken, gecomprimeerd en geslepen. Er zit nogal wat tijd in, misschien dat het resultaat daarom zo zeker overkomt. Ik kan U echter verzekeren dat ik het vaak (nou ja, soms) óók niet weet.

    Juist het delen van twijfels, het samen zoeken is in mijn ogen iets kostbaars. Iemand kwetsen om hem bij wijze van spreken ‘open te breken’ impliceert een ongelijkwaardigheid die een samen zijn onmogelijk maakt. Ik persoonlijk klap ervan dicht.

    Over de weg daarachter gesproken, zelf merk ik wel dat ik meer en meer uitgesproken ideeën heb en durf te ventileren. Juist ook omdat ze veilig landen, ‘vooral door haar ben ik mezelf’.

  3. Mijnheer Lijstje zegt op 22 september 2008:

    mIKe, man, wat weer een mooi stuk…

  4. Actiereactie zegt op 5 oktober 2008:

    Weet U ik had tot dit logje nog nooit ook maar gehoord van Het moment van de waarheid, door U toedoen gecombineerd met mijn onmogelijk optimistische geest, bleef ik er gisteren op hangen… niet eens lang..
    Mijn wereld was tot voor kort mooier.
    Ik ben nog wel voorstander van het kwetsen bij noodzaak.
    Dat bestaat m.i. moet U weten.
    Althans soms moet je iets uitspreken ondanks dat het kwetst.

Voeg een reactie toe

N.B. Het e-mailadres wordt nooit gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *