De ruime kamer vult zich met muziek die men tijdloos zou kunnen noemen. Twee mannen beleven het. Hun luisteren gaat met proeven gepaard: de wijn vloeit rijkelijk. Flakkerend kaarslicht weerspiegelt in vochtige ogen. Toch is het niet de invloed van alcohol die maakt dat de mannen hun eigen muziek horen. Kennelijk, zo beseft de een terwijl hij bij de ander een snaar geraakt ziet worden, ligt Schoonheid in de perceptie, niet in de kunst. Een moment later geeft ook hij zich over.

Het idee laat hem echter niet los. Dagen nadien bedenkt hij zich soortgelijks omtrent literatuur. “Er bestaan boeken die ik absoluut goed vind, maar ik weet niet of er absoluut goede boeken bestaan”, mompelt hij voor zich uit, na het dichtklappen van juist een prachtexemplaar. “Als iedereen verrukt is van een zeker letterkundig werk, maar één iemand op de hele wereld niet, maakt die enkeling dan een foutje? Kun je zeggen dat het boek tóch goed is, terwijl er een mens bestaat die het oprecht niet te pruimen vindt?”

Misschien leent kunst zich helemaal niet voor een waardeoordeel, maar moet men er gewoon mee doen wat men wil en wat men kan. De handen dichtknijpen als men iemand vindt met wie men het delen kan. Desalniettemin schrijft de wereld voor wat goed is: er is een al dan niet uitgespelde canon, er worden prijzen uitgereikt aan kunstenaars. De op deze manier in het collectieve bewustzijn geplante criteria maken de beleving van kunst, als men niet oppast, tot iets kunstmatigs. Of is het dat sowieso?

Zijn eigen gedachten heroverwegend schrikt hij. Als Schoonheid in de perceptie ligt dan is er geen ruimte voor het mysterie, voor het goddelijke, voor de door het kunstwerk uitgestraalde platoonse idee van het Schone. Ergens lijkt dit besef zijn genieten minder intens te maken. Hij wíl een wereld achter deze wereld helemaal niet ontkennen. Het is die verborgen plek waar hij juist kracht uit put. Wat het verdomme allemaal nog een beetje de moeite waard maakt.

“Maar,” fluistert hij schor, worstelend, zoekend naar een oplossing, “blijkbaar is de manier van percipiëren niet volledig subjectief. Sommige zaken worden door ieder mens op eenzelfde wijze gevoeld, zodat er wel degelijk ruimte is voor iets absoluut Schoons. Dat verklaart alleszins de canon.” De stap om het absolute, dat klaarblijkelijk in onze wereld bestaat, ook daarbuiten bestaansrecht te geven is er een die ieder voor zich moet nemen, maar hij had het lang geleden al gedaan.

  1. maarten zegt op 22 oktober 2006:

    Onlangs ergens een opmerking gehoord of gelezen van de volgende strekking: ‘Mensen vinden het altijd heel moeilijk om te benoemen wat het bijzondere is aan muziek, maar dat het bijzonder is, daar zijn ze het over eens. Dit toont aan dat muziek een laag in ons raakt waar we zelf de woorden niet voor hebben.’. Een oerinstinct, dat klinkt dan niet zo goddelijk, eerder zeer aards, maar de verklaring beviel me wel.

  2. O. zegt op 23 oktober 2006:

    Zolang uw Kunstje maar niet koud wordt.

  3. mIKe zegt op 24 oktober 2006:

    @maarten: Muziek is een taal die zich niet vertalen laat. Men dient die taal te verstaan om ervan te kunnen genieten, maar of dat een voldoende voorwaarde is, dat is de vraag. Is een muziekstuk prachtig van zichzelf, of alleen maar omdat U het ‘verstaat’?

    @O.: Neen, O. Koud zal het kunstje, in tegenstelling tot het zwembadwater, nimmer zijn.

  4. maarten zegt op 25 oktober 2006:

    @mIKe: dat verstaan kan ik letterlijk nemen, en ja natuurlijk, dankzij mijn zintuigen kan ik de muziek verstaan. Zonder die zintuigen had ik het bestaan niet kunnen kennen, en dus ook niet prachtig kunnen vinden. Op die manier zijn mijn zintuigen ook niet afgesteld om bijvoorbeeld infrarood licht te zien, en kan ik alleen met speciale hulpmiddelen een indruk krijgen van de pracht van de infrarode wereld.

    En verstaan kunnen we nog opvatten als ‘hebben leren luisteren’. Zonder educatie en gewenning aan muziek zou het ongetwijfeld een stuk minder prachtig zijn. Mijn vermoeden is dat er in muziek een kern zit die los is van de invloed van de omgeving.

    Maar misschien moeten we eens een experiment ontwerpen om de hypothese te toetsen.

  5. mIKe zegt op 26 oktober 2006:

    @maarten: Het gaat natuurlijk om die ongrijpbare, mysterieuze kern die U noemt. Ik ben dan ook zéér geïnteresseerd in dat experiment van U, waarmee U het onafhankelijke bestaan van Schoonheid zult aantonen. Houdt U mij op de hoogte, alstublieft!

  6. roos zegt op 27 oktober 2006:

    Dat dacht ik eergisteren na het dichtslaan van ”komt een vrouw bij de dokter” dus ook. Ik vind het helemaal niet zo geweldig, maar de rest van Nederland wel, dus is het boek dan tóch geweldig zelfs als ik vind van niet. Ik vind van niet.

  7. maarten zegt op 29 oktober 2006:

    @mIKe: een kant en klaar experiment heb ik niet, maar ik kan wat aanzetten doen. Want in feite gaat het hier om de vraag in hoeverre de ons omringende cultuur van invloed is op wat we vinden van muziek. Nurture-nature, om het samen te vatten. De vraag is dus of mensen, die niet zijn blootgestelt aan ‘cultuur’ muziek ook kunnen waarderen. De antropologie zou dan een ding kunnen opleveren: hoe zit het met de muzieksmaak in niet-Westerse culturen? Ten tweede zouden geschiedenissen van wolfskinderen ( http://en.wikipedia.org/wiki/Feral_child ) ons misschien iets kunnen leren over de invloed van cultuur. Praktisch bezwaar is dat het ethisch niet wenselijk is om zo’n experiment even uit te voeren – we moeten het doen met materiaal dat voor handen is.
    Een derde, mogelijke vraag is hoe dieren reageren op muziek ( http://en.wikipedia.org/wiki/Zoomusicology en http://www.zoosemiotics.helsinki.fi/zm/ en http://nl.wikipedia.org/wiki/Walvisgezang ). Uit geen van de wiki-stukjes wordt ik veel wijzer, dus tot zover deze aanzet.

  8. mIKe zegt op 30 oktober 2006:

    @maarten: Kijk, hier kunnen we wat mee, dank U zeer! Uw voorbeelden doen mij plotsklaps ook denken aan aanstaande moeders die hun ongeboren kind naar Mozart laten luisteren. Probleem in alle gevallen, behalve Uw eerstgenoemde, is wel dat het lastig is om de proefpersonen of -dieren nadien te ondervragen. En met andere culturen speelt misschien ook een ‘negatieve opvoeding’ mee (in de vorm van vooroordelen). Het blijft alleszins lastige materie. Hoe dan ook, de wending richting walvismuziek die U in deze discussie maakt vind ik een hele mooie :-)

Voeg een reactie toe

N.B. Het e-mailadres wordt nooit gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *