Op de valreep schafte ik mij een nieuw paspoort oude stijl aan, dat wil zeggen een exemplaar waarvoor ik mijn vingerafdruk niet hoefde achter te laten. Het paspoort dat ik had was weliswaar nog een heel jaar geldig, maar ik wilde de database niet in. Ik zie mezelf nog staan in de rij voor het loket van het stadskantoor. Er werd gestunteld met een apparaatje dat vingers at. Er werd gelachen toen het wéér niet lukte, en iemand voor een derde poging moest. Toen ik aan de beurt was vroeg ik om een paspoort zonder vingerafdruk. De dame achter de balie keek mij vragend aan. Dat ik er niet zoveel vertrouwen in had, mompelde ik ongemakkelijk. Het voelde alsof ik een feestje bedierf. Mevrouw liet haar wenkbrauwen zakken, haalde haar schouders op en gaf mij een formuliertje dat ik in moest vullen. Een week later kon ik mijn paspoort ophalen.

Inmiddels zijn we bijna twee jaar verder. Zes miljoen vingerafdrukken op honderden computertjes in gemeentehuizen her en der. Het groeiende besef dat het bij nader inzien misschien toch niet zo’n heel goed idee was om dit alles centraal op te willen slaan. Uitstel en hopelijk afstel. Eigenlijk zou ik er blij mee moeten zijn, maar het voelt allesbehalve als een overwinning. Ik voel me eenzaam. De man van zes miljoen voelt zich alleen.

Eenzaamheid is niet van deze tijd. Wie alleen is heeft dat toch een beetje aan zichzelf te wijten. Iedereen kan tegenwoordig vrienden maken. Behalve ik. Net als bij het stadskantoor lukt het me niet om me bij Facebook te registreren. Vier miljoen Nederlanders kunnen dat wel, als het er inmiddels al niet meer zijn. De vind-ik-leuk-knoppen vermenigvuldigen zich als pestpokken over het internet. Het zijn de ogen van Facebook, en ze zien alles. Ook mij. Ik vind dat eng.

En tegelijkertijd wil ook ik leuk gevonden worden. Erbij horen. Iemand zijn. Maar als je niet vertelt wie je bent kun je ook geen vrienden maken. Da’s logisch. Het probleem is nu dat ik U wel wil vertellen wie ik ben, maar Facebook niet. En eigenlijk zeg ik daarmee dat de zevenhonderd miljoen Facebook gebruikers het mis hebben. Tussen hen en mij gaapt een diepe kloof. Zij zien mij noch mijn probleem. En óf dat eenzaam voelt.

Maar waarom wil ik Facebook niet vertellen wie ik ben? Omdat Facebook het weer aan anderen vertelt. Niet in mijn woorden. En niet alleen aan U. Facebook is de roddeltante van de straat. Ik mag haar niet, en ik vertrouw haar niet. Desondanks heeft ze iets aantrekkelijks, zoals wel vaker met foute vrouwen. Als fenomeen boeit ze me, maar als vriendin stoot ze me af.

China en India zijn qua inwonertal vooralsnog de twee grootste landen ter wereld. Met mijn nieuwe paspoort oude stijl kom ik er nu nog binnen. Facebook is nummer drie. Zonder profiel geen toegang. Ik vrees de toekomst.

  1. maarten zegt op 19 mei 2011:

    Toen ik van de week het promofilmpje van Appie zag (http://youtu.be/UDpQMZvxrlw), een app waarin je je eigen aankopen op basis van je boodschappenlijstje kan ordenen – met link aan je bonuskaart, waardoor je ook al je eerder gedane aankopen kan zien, schoot me te binnen dat we nu pas beginnen, gezien de snelheid waarmee het internet zich ontwikkelt. En u kunt Facebook bashen, maar zijn ze niet gewoon het opvallendste voorbeeld van wat ‘iedereen’ doet: Google, Apple, Albert Heijn, onze eigen overheid?

    In dit licht is het misschien wel hoopgevend dat je 10 jaar kan kluizelen in een Pakistaans legerstadje.

  2. Anoniem zegt op 19 mei 2011:

    Uw verhaal is op mijn lijf geschreven.

  3. mike zegt op 19 mei 2011:

    @maarten: U slaat de spijker op de kop: alleen een kluizenaar wordt niet gezien, maar ik wil helemaal geen kluizenaar zijn. Wel wil ik zelf kunnen bepalen wie wat van mij weet, en wens ik niet bespied te worden. Twee simpele regels die Facebook (en inderdaad, ook anderen) met voeten treedt. Het scheelt, zo heb ik inmiddels gemerkt, als je je browser third party cookies laat weigeren, als je ongewenste reclame blokkeert, als je LSO’s verwijdert, en als je je huisvuil verbrandt in plaats van het mee te geven met de vuilnisman. Maar dát ik dergelijke moeite moet doen is natuurlijk van de zotte.

    Enfin, ik zie net dat er toch nog hoop is.

Voeg een reactie toe

N.B. Het e-mailadres wordt nooit gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *