Het is me wat dat ik soms tóch, ondanks alles, zo blij kan zijn met de materiële geneugten des levens. Gewoon: dingen. Nu sprong ik afgelopen weekend wel bijzonder exorbitant uit de band, maar dat het leegkieperen van mijn portemonnee resulteert in zó’n overweldigend, nu nog nazinderend gevoel van welbehagen, doet mij me verwonderd afvragen waarom ik m’n geld niet altijd over de balk smijt.
Op dit moment waan ik me vijf jaar oud, daags na Sinterklaas.
Deze jongen, die niks nodig zegt te hebben, die genoeg heeft aan een hoofd waarin z’n hersens af en toe een beetje kunnen kronkelen – héb ik al! -, die nota bene al eens ten onrechte voor gereformeerd is uitgemaakt, voelt plots de jubel door zijn aderen stromen nu hij schofterig heeft lopen shoppen. Natuurlijk, ik weet ook wel dat Geluk niet te koop is, maar aan Euforie lijkt gewoon een prijskaartje te hangen.
De vraag is nu natuurlijk wat hem kocht. Ik begrijp dat een deel van de charme van uw weblog erin zit dit niet te vertellen. En ik neem ook maar aan dat u geen lofzang op verdovende opiaten hebt willen houden.
Alleen kunt u wel zo gelezen worden.
Ja fijn verdovende opiaten.
’t Is dat of nieuwe schoenen natuurlijk.
Toch?
Uw enthousiasme werkt aanstekelijk.
Volgaarne deel ik in uw euforie.
Ik mail u aanstonds mijn rekeningnummer.
Excuus.
‘Euforie’, bedoelde ik uiteraard.
Met Kapitaal.
Dat u daar met het oog op uw donatie even rekening mee houdt.
Nieuwe laptop!
Of iets cultureel-craniaals. Zoals een DVD speler.
Weet u wel zeker, dat u zo blij bent geworden van de materiële aanwinsten? Of is het misschien meer de ervaring van het schofterig shoppen, die u in hoger sferen heeft gebracht?
Je bent, ondanks alles, in val A getrapt… Pas nu op voor val B: Het prijskaartje van Euforie wordt elke keer hoger!
Och, mijn jurkje van vijf euro maakt me al gelukkig. Zo gelukkig, dat ik in de shoproes van mIKe durf te delen.