De schade ruimschoots ingehaald is het makkelijk praten over de beproeving van mijn knapenjaren, maar toentertijd piepte ik wel anders. Het was een ramp. Anders dan ikzelf moest de eerste keer nog komen, niet in het minst prematuur. Ik hunkerde naar vrouw, maar er was alleen maar meisje, dromend van de man die ik niet was of wilde zijn. Mijn naam, de Onbegonnene.

Jongen, laat je niet kennen!

Als ik ergens naar verlangde was het juist mezelf laten zien. Vrijen met vrouwenogen. Doen wat geen man vermag: zijn masker af. Het is zo triest dat dat niet hoort, laten voelen wie je bent. Slechts de knaap mag zich getroost wanen met de gedachte dat er zelfs vaders en moeders bestaan die het nog nooit hebben gedaan.

Voeg een reactie toe

N.B. Het e-mailadres wordt nooit gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *