Misschien is het niet goed, maar ongemerkt plaats ik mensen weleens in hokjes. Het geeft een zekere rust om te weten waar men aan toe is. En als de ander niet wil zeggen waar hij/zij voor staat, wil het nogal eens handig zijn om de betreffende persoon dan maar zelf in een hokje te plaatsen. Netjes opgeborgen.
Zo onderkende ik ooit twee hoofdtypen mensen (nu weet ik beter, er zijn er meer).
Enerzijds zijn er, zo dacht ik, de lamellen-mensen, anderzijds de gordijnen-mensen. U hoort de woorden, en U begrijpt. Althans, zo hoop ik. U ziet de twee types direkt voor U zonder dat dit eigenlijk nog uitgelegd hoeft te worden.
Zonder U, die zich wellicht met mij identificeert, voor de schenen te willen schoppen: ik ben geen lamellen-mens. Daarmee niets te na gesproken over lamellen-mensen, hoor. Het zijn keurige mensen. Misschien nog wel keuriger dan de gordijn-types.
Ik dacht dat ik hiermee het grote onderscheid wel had, tot ik op een gegeven moment een heerschap in de trein zag zitten dat ik niet kon plaatsen.
Na een groeiende onrust die mij ongemakkelijk deed zitten vroeg ik plompverloren: “Mijnheer, wat heeft U thuis voor het raam hangen?”
De man keek mij verontwaardigd, bijna agressief, aan, en zei: “Wat gaat U dat aan?”
“Ik zou het zo graag willen weten. Ik wil U graag plaatsen. In een hokje.” Laat ik maar eerlijk zijn, dacht ik nog.
“Ga toch weg, man. Dwaas”, sprak de man, waarop hij zelf opstond en wegging.
Nog altijd vraag ik mij af wat voor type mens mij hier zo onredelijk bejegende. Was het een luxaflex-man? Of misschien wel het open-raam-type?
U moet het zelf eens proberen. Categoriseren. En vervolgens toetsen. Het schenkt voldoening en rust. En mocht U gedurende dit traject de luxaflex-mensen zonder problemen kunnen plaatsen, laat het mij dan even weten. Ik heb er nog altijd wat moeite mee.
Jezus wat een mooi schermpje is dit. Oi. Dat wil ik ook..
Erhm, dat wou ik niet zeggen. Maar het bijna breekbare, minimalistische van het maagdelijke venstertje trof me.
Ik ging het over lamellen hebben, dus.
Ik heb heel veel gebabysit bij lamellen. Misschien zegt dat al genoeg. Tweeverdieners, hele dag weg, kinderen in kinderdagverblijf; ’s avonds willen de ouders ook wel eens tijd voor zichzelf, weer naar het theater, een concert, en dan bestaat gelukkig de babysit die vlak na het avondeten wil komen, best bereid is de kinderen in te stoppen waar zij daar zelf geen tijd voor hebben, en ook best bereid is het nachtmerriende, kotsende kind tegen elven op te vangen.
Leuke mensen, leuk huis. Potpourri en gedroogde bloemen op het toilet, altijd nieuwe gastenzeepjes en frisse handdoekjes. In de kast volkorencrackers, een vleugje biologisch, witte wijn en veel koffie. Behalve de lamellen blank parket, met keurig rondslingerend speelgoed van de kids. Ja, hele fijne mensen, met een fijn huis en een fijn leven..
Ik heb gordijnen en doe ze nooit dicht, trouwens. Wat zegt dat over mij..?
“Ik heb gordijnen en doe ze nooit dicht, trouwens. Wat zegt dat over mij..?”
Dat je heel gelukkige overburen hebt?
Puck, je beschrijving van de lamellen-mens is fenomenaal, en welzeker een toevoeging en verduidelijking van deze persoon-typologie. Potpourri en droogbloemen! Ik stond er zelf nog niet eens bij stil, maar het is waar. Het toilet van een lamellen-mens stinkt niet. Van een gordijn-mens mogelijk wel, waarmee ik natuurlijk niets wil impliceren. Hooguit een herinnering voor mijzelf om de schone taak der WC-reiniging weer eens op te pakken.
Gordijnen hebben en toch niet dicht doen. Ik vind het moedig, of misschien spreekt hier gewoon veel zelfverzekerdheid uit. Zo van: “Ik heb dan wel gordijnen, en ik kan ze ook wel dichtdoen, maar ik doe het niet. Ik doe het alleen als het echt nodig is. Maar zover is het nog lang niet.” In hoeverre de gordijn-zelfverzekerdheid zich ook op andere gebieden laat projecteren kan ik slechts bevroeden. Misschien is het een zekere vorm van compensatie, misschien reflecteert het je ware aard.
Of misschien kijk je gewoon graag naar buiten.
Ik heb gordijnen, maar die doe ik wel regelmatig dicht. Niet altijd natuurlijk. Ik heb geen WC-pot pourri, maar ik hou het wel redelijk schoon. Ik leef alleen. Lamellen lijken me wel meer iets voor samenwonenden, klopt dat? Is het niet gewoon zo dat lamellen staan voor suburban life en gordijnen voor urban life? Die indruk krijg ik hier wel, nl.
Ik vind lamellen niets, en wel hierom: als ik de gordijnen dicht doe, wil ik dat het ook echt dicht is. en bij lamellen weet je het nooit. Je hebt altijd het gevoel dat er vanuit een bepaalde invalshoek doorheen gekeken kan worden, en dat wil ik gewoon niet: DICHT IS DICHT!
En zo is dat!