Het is al­tijd even schrik­ken wan­neer men vol ver­trou­wen een be­roep op de her­sens doet, maar uit­ein­de­lijk de bek vol tan­den vindt.

Het ge­rucht deed de ronde dat on­der­ge­te­ken­de niet on­ver­dien­ste­lijk raad weet met ve­nij­ni­ge kwes­ties die de we­reld der ma­the­ma­tiek kan op­bren­gen. Dit was ook zo, doch in­mid­dels zijn wij en­ke­le jaren ver­der. De glo­rie­tijd ligt ach­ter mij, en nu moet zelfs ik nog wel eens gra­ven in het ge­heu­gen al­vo­rens een op­los­sing te kun­nen aan­dra­gen.

Met de beste be­doe­lin­gen was ik zeer on­langs ie­mand tot hulp bij het voor­be­rei­den van een wis­kun­de ten­ta­men. Alles ging goed, tot­dat ik na een uur­tje on­der­staand vraag­stuk onder ogen kreeg.

yln(xy)dx + (xln(xy) + y)dy = 0

Het beest­je bij de naam noe­mend, mom­pel­de ik: “Wat een fuck­som­me­tje.” Als een dolle begon ik te schrij­ven en te doen, niets voor mij na­tuur­lijk, im­mers de be­heerst­heid zelve, en vond mij een kwar­tier later in een on­ont­war­ba­re klu­wen van mis­sers en af­lei­din­gen die ner­gens naar leid­den.

Na deze ont­luis­te­ren­de er­va­ring pro­beer­de Uw held zijn mis­moe­dig­heid te ver­drin­ken in blon­de Leffe, het­geen hem won­der­wel lukte.

De som bleef ech­ter staan, ook de vol­gen­de och­tend. De kater kon de vraag hoe car­t­he­si­aans mijn geest nou ei­gen­lijk wel of niet is er niet van weer­hou­den te blij­ven kna­gen. Des mid­dags zag ik pas licht in het duis­ter, maar dat was van­zelf­spre­kend mos­terd na de maal­tijd. Het kwaad was ge­schied, en ik be­sef­te dat ook ik mij zo af en toe in ne­de­rig­heid wen­te­len moet.

Het zou een troost voor U kun­nen zijn.

  1. Wil­lem zegt op 21 au­gus­tus 2003:

    Is het de be­doe­ling dat X en Y wor­den be­re­kend?

  2. mIKe zegt op 21 au­gus­tus 2003:

    De dif­fe­ren­ti­aal­ver­ge­lij­king is slechts ter il­lu­stra­tie, ik had met dit stuk­je geen huis­werk voor U in de zin, Wil­lem. Maar de be­doe­ling is om y als func­tie van x te schrij­ven, zon­der de ver­ve­len­de (dy/dx), dus als in y(x) = (hele lange for­mu­le met al­leen maar x-jes als va­ri­a­be­le).

    Men zou er maar wak­ker van kun­nen lig­gen.

  3. Mijn­heer Lijst­je zegt op 21 au­gus­tus 2003:

    Mijn troost be­stond juist daar­uit dat in ieder geval mIKe on­feil­baar was in te­gen­stel­ling tot de rest. Want pro­fi­leert hij zich niet als “Uw Held”, en hel­den zijn on­feil­baar. Hoe kan hIj dan den­ken dat het feit dat hIj ge­faald heeft, mij tot troost zou zijn…. Ik ben drin­gend toe aan een zak wine gums.

    En wat die re­ken­som be­treft, daar be­grijp ik he­le­maal niets van, wat ben ik toch een nul, en daar­mee ge­lijk aan yln(xy)dx + (xln(xy) + y)dy. Ik had al­tijd al het idee dat ik een soort na­tuur­lijk lo­ga­rith­me heb, met een delta x en een delta y.

    mIKe, mag ik wat vra­gen: als ik im­pro­vi­seer op de piano of ik maak een web­si­te met be­hulp van mooie code dan heb ik op de een of de an­de­re ma­nier het rare ge­voel dat deze 2 din­gen pre­cies het­zelf­de zijn, dat de­zelf­de prin­ci­pes zich doen gel­den tij­dens deze pro­ces­sen. Welke prin­ci­pes dat zijn, weet ik nog niet pre­cies maar het heeft er iets mee uit te staan dat alles _klopt_ en er be­paal­de ‘re­gels’ zijn, die im­pli­ciet aan­we­zig zijn en zich doen gel­den tij­dens het pro­ces van im­pro­vi­se­ren dan wel code in el­kaar zet­ten. Als derde heb ik bij het im­pro­vi­se­ren nog het ge­voel dat alles niet uit het hoofd maar wel uit de vin­gers komt, een ge­voel dat ik bij XHTML en CSS enzo nog niet heb mogen proe­ven.

    De vraag is nu of je dit her­kent: heb jij dat ook tij­dens het op­los­sen van wis­kun­di­ge ver­ge­lij­kin­gen? Of heb­ben an­de­re le­zers dat wel­licht? Ik ben daar ge­woon nieuws­gie­rig naar.

  4. mIKe zegt op 21 au­gus­tus 2003:

    U ver­geet de kor­rel zout, Mijn­heer Lijst­je. Na­tuur­lijk ben ik ge­woon wel on­feil­baar.

    Uw er­va­ring met im­pli­cie­te re­gels komt mij ove­ri­gens be­kend voor. In­der­daad is mij vaak bij voor­baat al dui­de­lijk of iets wat ik doe _klopt_ of niet. Bij het op­los­sen van een ver­ge­lij­king weet ik, ter­wijl ik bezig ben, wan­neer het goed is, wan­neer er geen speld tus­sen te krij­gen valt. Zo ook bij het plak­ken van een fiets­band, het ver­van­gen van een kraan­leer­tje of het schoon­ma­ken van het toi­let.

    Waar­om ik ech­ter nog steeds zo af en toe din­gen doe die niet klop­pen is mij een raad­sel.

  5. Mijn­heer Lijst­je zegt op 21 au­gus­tus 2003:

    Ik zal u uit­leg­gen hoe dat komt: dat komt door de zout­kor­rels. Als u uw me­ning on­ge­zou­ten geeft, dan ver­ze­ker ik u, zult u feil­loos te werk gaan.

    Het im­pro­vi­se­ren op de vleu­gel valt mij de laat­ste tijd trou­wens zwaar want de vleu­gel is zo­da­nig mis­han­deld dat de in­ter­val­len ter­gend vals zijn. Men­sen be­gin­nen ver­stoord naar mij te kij­ken en ik kan niet onder het spe­len uit­leg­gen dat het de vleu­gel is en niet ik. Stelt u zich eens voor dat uw pot­lood zo stomp is dat de uit­kom­sten van uw be­re­ke­nin­gen niet meer klop­pen en dat men u de schuld geeft, ter­wijl de pot­lood blaam treft!

    Of dat u mooie code schrijft en de brow­ser ver­knalt het! On­denk­baar!! De vleu­gel, de brow­ser en het pot­lood, die zijn feil­baar, onze ideeen niet!

    Heb je de be­re­ke­ning al op­ge­lost mIKe, en zo ja, mogen wij er dan ook in delen?

  6. bicat zegt op 26 au­gus­tus 2003:

    Ver­domd; nacht­mer­ries.

    Ooit ‘kôn’, ik ze. Toen het niet meer hoef­te ben ik ze gaan mij­den. Ik zag de haak­jes, de x-en, de y-en.. ik moest hui­len.

    Kusje.
    Over.
    Het was de schrik.

    Mooi ex­cuus voor een jonge ge­ne­ver, dat wel.

  7. weer zo'n stront­vlieg zegt op 26 au­gus­tus 2003:

    ik weet niet hoe maar ik ben hier en­ke­le weken ge­le­den ge­strand toen ik op het in­ter­net aan het sur­fen was en heb al heel wat ge­le­zen op deze site. maar nu tijd voor een in­dis­creet vraag­je: hoe oud bent u mIKe? en is mIKe uw echte naam of een schuil­naam?

  8. mIKe zegt op 26 au­gus­tus 2003:

    Mijn waar­de stront­vlieg, U heeft on­ge­twij­feld heel wat ge­le­zen, doch zeker niet alles, ge­zien de ant­woor­den op Uw vra­gen een­vou­dig­weg in dit log te vin­den zijn. Leest U op Uw gemak ver­der, zou ik dus wil­len zeg­gen, in de we­ten­schap dat U nog veel meer ant­woor­den zult vin­den, en in de hoop dat U daar Uw voor­deel mee doet.

    Het valt mij ove­ri­gens op dat de heer Bicat in de com­men­ta­ren al­hier nu reeds voor de twee­de maal in schrei­en is uit­ge­bar­sten. Ik heb het al­tijd al ge­zegd: de heer Bicat is een ge­voe­lig mens. En dat is ie.

    Ik heb de ver­ge­lij­king trou­wens op­ge­lost, Mijn­heer Lijst­je. Bij nader in­zien is het al­le­maal nog be­scha­men­der dan ik in eer­ste in­stan­tie dacht. Dat ik daar niet uit­kwam, zeg. Het moet haast wel het stom­pe pot­lood ge­weest zijn dat mij par­ten speel­de.

  9. Mijn­heer Lijst­je zegt op 26 au­gus­tus 2003:

    U bent me er een­tje. Wel aan­ge­ven dat de ver­ge­lij­king op­ge­lost is maar de op­los­sing niet geven. Een echte zout­op­los­sing in de wonde ge­strooid.

    Ik ben zo be­nieuwd of we de­zelf­de uit­komst heb­ben.

Voeg een re­ac­tie toe

N.B. Het e-mail­adres wordt nooit ge­pu­bli­ceerd. Ver­eis­te vel­den zijn ge­mar­keerd met *