De determinist pende driftig een notitie neer, waardoor hij geen oog had voor de toevallige voorbijganger. Laatstgenoemde was niet alleen toevallig, maar ook nieuwsgierig. Heel voorzichtig keek hij over de schouder van de schrijver.
Kort tevoren was de determinist een lichtje opgegaan. Nogal fel. Het idee deed zijn starre denkbeelden verschrompelen. Nooit eerder had hij getwijfeld aan zijn beeld van de wereld als systeem van oorzaak en gevolg. Nu wel. Misschien is het wel zo dat alles wat ik als logisch gevolg zie in feite coïncidentie is, zo dacht hij. Natuurwetten bestaan helemaal niet. Verschijnselen doen zich toevallig zo voor dat het lijkt alsof ze aan wetten gehoorzamen. Ofschoon de gedachte schokkend, bijna blasfemisch was vond hij het vreemd dat hij er niet eerder op was gekomen. Ze was in ieder geval belangrijk genoeg om er een aantekening van te maken.
De (inmiddels ex-)determinist pakte een steen en stond op. Hij liet los. Zag de steen vallen. Raapte hem weer op, en liet opnieuw los. En nogmaals. En nogmaals. Telkens weer viel de steen met een dof geluid op de grond. Het kan nooit lang meer duren, zo mompelde hij, of de steen valt een keer omhoog. Zoveel toeval, dat bestaat immers niet. De ex-determinist hield stug vol, omdat hij nauwelijks geloofde in het wonder. En dat terwijl hij er nota bene zelf getuige van was.
De toevallige passant schudde het hoofd, haalde de schouders op en sloot zijn browser. Hij had wel wat beters te doen.
Met zoveel interessante niet-alledaagse woorden in één stukje ben je rijp voor http://www.kriq.nl
Ik zie geen niet-alledaagse woorden.