Het gebeurt niet vaak dat ik een handgeschreven brief ontvang van een mij onbekende dame. Eigenlijk nooit. Maar een paar weken geleden mocht ik dit genoegen dan toch smaken. Met kloppend hart begon ik te lezen. De dame in kwestie bekende dat zij vaak voor mijn deur had staan dralen maar nimmer had durven aanschellen. Ze wilde zich niet opdringen. Vandaar dus de brief, waarin ze onder meer haar telefoonnummer achterliet opdat ik haar kon benaderen in plaats van andersom. Ik stond paf.
Voor een goed begrip moet U weten dat het huis dat ik bewoon behoorlijk op leeftijd is. De trekbel naast het monumentenbordje getuigt daarvan, alsook het enkel glas waardoor des winters de kou naar binnen sijpelt.
Net zoals de cellen in een lichaam zich om de zoveel tijd vernieuwen, is er in de loop der eeuwen natuurlijk ook wel wat vertimmerd aan mijn huis. Je kunt daarom betwisten dat het huis van nu hetzelfde huis is als in de zeventiende eeuw, maar het staat er niettemin nog altijd. Voor mij zijn de levens die hier geleefd zijn en de verhalen die daar bij horen bijna tastbaar, ook al ken ik ze niet. Ik fantaseer er wel eens over en dat vormt een aanzienlijk deel van mijn woongenot. Kou of geen kou.
Toen ik de onbekende dame uiteindelijk met klamme handjes belde bleek ook zij, net als mijn huis, op leeftijd. Sterker nog, ze was 76 jaar geleden in dit huis geboren. Ik vertelde haar maar niet dat ik soms fantaseer over de bewoners uit het verleden en dus ook over haar, want dat zou wel eens tot misverstanden kunnen leiden. Maar toen ze aarzelend vroeg of ze heel misschien nog eens een keertje haar ouderlijk huis van binnen zou mogen zien, heette ik haar van harte welkom. We maakten een afspraak.
Na weken voorpret brak uiteindelijk de dag van haar bezoek aan. Het liep allemaal merkwaardig anders dan ik verwacht had. Van de chocoladekoekjes en kamillethee die ik voor haar had klaargezet wilde ze niets weten. In plaats daarvan keek ze rond in een soort trance. Ze was er wel maar toch ook niet. Hoewel ze naast me stond (zitten wilde ze niet), zag ze dingen die ik niet zag. Ze wees ze zelfs aan. Haar vader in een stoel. Broertje die met knikkers speelde. De kolenkachel.
Ik kon haar onmogelijk bereiken. Tussen haar en mij stond een muur van tijd.
En dat was natuurlijk mijn grote vergissing: het ging helemaal niet om mij. Ik was slechts middel om haar wens te doen uitkomen. Ik mocht de deur open doen. Mijn eigen nieuwsgierigheid werd nauwelijks bevredigd. Ik leerde deze vrouw helemaal niet kennen.
Misschien, zo dacht ik later, is het idee van onbekende dames wel mooier dan de verwerkelijking ervan, al sluit ik niet uit dat mocht ik ooit nog eens een dergelijke brief ontvangen ik het daarin vermelde telefoonnummer wederom zal draaien.
jul
13
2024
En dat huis van u is zo oud dat er zelfs nog een telefoon met draaischijf is :)
Via kadaster, oude hypotheekaktes, gemeentelijk bouwarchief en Delpher kan je trouwens van alles achterhalen over oude bewoners, maar wellicht dat het idee inderdaad meer waard is dan de uitvoering.
Dank voor de tips! In dit geval denk ik dat het zoeken en vinden in archieven voldoende ruimte laat voor eigen verbeelding, dus zeker de moeite waard.
Delpher is overigens een goudmijn, en niet alleen voor bewoners van oude huizen. Zo slaat mijn fantasie nogal op hol als ik de contactadvertenties lees van onbekende dames (en heren) uit vervlogen tijden. Een zeer verslavende bezigheid! Een alleraardigst boekje wat dit betreft is Steeds blijf ik U beminnen van Mark Traa, met daarin een selectie van deze stemmen uit het verleden. Om maar eens een tip te retourneren :-)
toch mooi dat je haar die kans gegeven hebt; de kans om in haar eigen tijd en ruimte te zijn.
Ja, inderdaad. En eigenlijk is dat het enige wat telt, de rest bijzaak.