– Mijnheer, mijnheer! Ik heb het! Ik heb iets gevonden dat nutteloos is. Hoe heb ik er ooit overheen kunnen kijken?
– U meent het. Vergeef mij mijn scepsis, ik luister.
– Nut!
– Nut?
– Precies! Immers, heeft nut nut? Ik kan me er niets bij voorstellen. Wat is het nut van nut? Dat is er dus niet. En daarom is nut nutteloos.
– Mijnheer, mag ik U waarschuwen. U begeeft zich op levensgevaarlijk terrein. U stelde zichzelf zojuist een meta-vraag, waarmee U zich begeeft in een zeker filosofisch moeras. Het nut van nut of de zin des levens, het maakt weinig verschil. Beseft U verder eigenlijk wel dat U heel wat mensen indirect tegen de schenen schopt door te zeggen dat nut geen nut heeft?
– Maar wat is het dan? Het nut van nut?
– Ik zou het niet weten.
– Wie weet het wel?
– Misschien wel niemand.
– Hoe weet ik dan dat het er is?
– Dat weet U dus niet. Haalt U dit idee liever snel uit Uw hoofd. Ik ken voorbeelden van mensen die krankzinnig zijn geworden door hierover na te denken.
jul
26
2002
Geniaal. Simpelweg geniaal. Driewerf HULDE.
Bijna nuttig…