Toen hij mij aan zag komen lopen, lachte hij besmuikt.
“Weet jij eigenlijk wel wat besmuikt betekent, jochie?”, vuurde ik op hem af.
“Eh, nee”, was zijn antwoord.
“Lach dan ook niet als zodanig!”
Nee, van geniepigheid moet ik niets hebben, laat dat duidelijk zijn. Geniepigheid is des duivels oorkussen, als ledigheid dat al niet was. En nu wij het daar toch over hebben, ledigheid is feitelijk zo erg nog niet. Eerlijk is eerlijk, het gros der mensen is bezig met zaken die de ledigheid slechts verhullen. Zij doden de tijd, net zolang totdat de tijd hen doodt. En kunnen we hun dit aanrekenen? Waarom zouden we? Nee, laten wij ons gewoon richten op de zaken die er toe doen. Laten wij gewoon stukjes als deze schrijven, en niet al te hard lachen om de doellozen onder ons. En zeker niet besmuikt.
Doe eens normaal zeg !