“Ik hoor mijzelf mompelen”, hoort de fijngevoelige jongen zichzelf mompelen.
“Hetgeen impliceert dat in U tenminste nog één ander persoon huist.”
“Ik zie het anders. Ik ben mij bewust van mezelf.”
Zelfbewustzijn is leuk, maar er zijn natuurlijk grenzen.
Wanneer ik met U spreek en besef dat ik voor U sta en met U spreek, dan ben ik mij bewust van mezelf. Wanneer ik vervolgens echter ook nog eens besef dat ik besef dat ik voor U sta en met U spreek, dan overschrijd ik een grens. Dan loop ik het gevaar dat mijn gedachten in het oneindige wegspiraliseren. Dat ik ga beseffen dat ik besef dat ik besef. Dan blijft er uiteindelijk weinig van mij over.
Op zo’n moment lijk ik verlegen om niets. Terwijl ik inwendig juist in blinde paniek aan het vechten ben om uit deze impasse te geraken, trekt U de verkeerde conclusies.
Ik wil in dat geval niets liever dan met U spreken zonder dat ik daar zelf bewust bij ben, maar zo gespleten ben ik nu eenmaal niet.
Het Metamodel van het Metamodel is slechts voor weinigen interessant…
Maar het bestaat wel!
Mooi zo. Lijkt me ook beslist niet prettig voor uw gesprekspartner…
Wie ben je dan als je je daar zo bewust van bent?
Even speculatheolofisch; als je die oneindige ketting van beseffen dat je beseft dat je beseft kunt bevatten, ben je dan een god? Zeg maar een hoger niveau van bewustzijn?
Willem, uit de zin: “Dan blijft er uiteindelijk weinig van mij over.”, maak ik op dat je door een groot besef/bewustzijn nietig wordt. Aangezien de meest gangbare opvatting is dat een god niet nietig is, lijkt het mij dan ook dat indien je de ‘besef-keten’ kunt bevatten je geen god bent.
Dat dit indruist tegen andere opvattingen over het zijn en kunnen van (een) God, ben ik mij terdege bewust.
Het bewustzijn beseffen gaat ten koste van het snappen van anderen.
Daarvoor is begrip bedacht…
Prachtige wendingen in Uw reacties! Vergeeft U mij wanneer ik ditmaal enige vragen Uwerzijds als retorisch opvat, en inplaats daarvan enig licht werp op de achtergrond van dit stukje. Die is namelijk vrij banaal. Ik ben immers ook maar een simpele jongen, redelijk down-to-earth. Zo stond ik afgelopen week voor een zaal mensen, die aandachtig een powerpoint presentatie onder begeleiding van mijn stem en voorkomen volgden. Tijdens deze voordracht was ik mij extreem bewust van mezelf, en lichtelijk bang dat ik zou belanden op het niveau zoals eerder geschetst. Ik was nerveus, en voelde me allesbehalve een god. De oorzaak van mijn nervositeit vind ik op zo’n moment zeer interessant. Weet ik die, dan kan ik dit onwenselijke gevoel misschien in de toekomst voorkomen. Mijn duiding dat een overmatig zelfbewustzijn zorgt voor een ongemakkelijk, nietig gevoel is misschien niet de juiste, maar ik leek er wel degelijk onder te lijden.
Uw onzekerheid die zich meester maakt.
Terwijl twijfelen een vorm van analyseren is beantwoordt het geen vragen op het moment zelf…
Eigenlijk is twijfel dus een soort anti-analyse. Hoe meer en langer je twijfelt, hoe minder begrip en overzicht je krijgt. En na een bepaalde tijd is de uiteindelijke keus op vrijwel niets gebaseerd.