Van mijn eigen sterfelijkheid heb ik eigenlijk nooit echt wakker gelegen. Dood gaat iedereen, en in dat opzicht wil ik geen spelbreker zijn. Ook ben ik niet bang voor het moment dat ik het leven laten zal. Ik merk het vanzelf wel.
Opvallend is dan ook het feit dat ik de afgelopen week een of twee momenten heb gekend waarop ik iets voelde dat een ander misschien als ‘angst’ betitelen zou. Zomaar. Vanuit het niets was daar het onbehagen bij de gedachte dat ooit het licht uit zal gaan.
Ik probeerde een verklaring te vinden voor die angst, en veronderstelde dat het misschien iets met ouder worden te maken had. Het idee dat een aantal dingen nodig gedaan moeten worden voor het te laat is. Wat die ‘dingen’ dan ook mogen zijn.
Later verwierp ik die veronderstelling. Een midlife-crisis is aan de jonge god die ik ben natuurlijk niet besteed.
Toch zit er in de muur van nonchalance nu wel degelijk een minuscuul barstje waar de angst doorheen sijpelt. Ik heb er mijn vinger opgelegd, en dat wil nog wel helpen. Het stelpt in ieder geval.
Maar ik ben als de dood dat het barstje een barst wordt.
…’waarop ik iets voelde dat een ander misschien als ‘angst’ betitelen zou’…
U lijkt wel angst-angst te hebben. En als het waar is dat alles wat men verdringt met terugwerkende kracht weerkeert, dan bindt U maar beter vast de gordel om. You could be in for a ride.
Ik weet het, veel troost brengen deze woorden niet, althans niet in eerste instantie. Alleen sterkte onderweg kan ik U wensen. Bij deze.
> Maar ik ben als de dood dat het barstje een barst wordt.
Juist dat. Niet doen.
Die angst voor angst maakt het alleen maar erger, en in elk geval verwarrender. Gelaagder. Minder grijpbaar en meer overrompelend.
Angst is als kou: als je je spant en probeert tegen te gaan wordt het alleen maar erger. Maar ontspan, laat het hele lijf stevig rillen en al doende lost het lichaam het zelf op.
Ook geen vinger op leggen. Gewoon: naar wijzen, het duiden en het laten zijn.
Niet alles is gebaat bij kennis en wetenschap, hoe graag men dat ook zou willen.
Eén vinger op het barstje en met Uw andere hand tracht U vermoedelijk beschermend het lichtknopje af te dekken, een positie waarin vele mensen reeds dood zijn omgevallen mijn waarde.
Het gezicht voor eeuwig getekend door een stupide verbazing, want zij hadden immers alles onder controle.
Het duurt nog wel even voordat de kou inzet en de verkramping U grijpt, ook in deze positie, het geeft U in ieder geval heel veel tijd om vanuit deze houding te kijken naar al wat U zou kunnen doen had u daar niet gestaan.
Mijn advies: plamuren die handel, desnoods doet U hierbij nog een beroep op een stukadoor.
Eén barstje heeft nog nimmer een gedegen bouwwerk compleet doen instorten.
Ooit las ik een verhaal (ik dacht van Anna Blaman, maar dat is een gok) waarin een klok, een lekkere ouderwetse staande klok, voorkwam, met een tekst boven het uurwerk:
“Een dezer uren zal Uw doodsuur zijn”
Ik denk sinds een jaar dagelijks aan de dood, die hoe dan ook nadert. Ik vind het gruwelijk. Ik wil eigenlijk altijd leven. Een zalig einde is maar weinigen gegund. Ik hoop dat er altijd voldoende morfine zal zijn.
(Ik ben heel erg gezond en nog relatief jong, en niet depressief of wat dan ook, maar ik denk er toch dagelijks aan, en ik vind het het ergste wat er is).
Het uur snelt voort, de tijd vergaat—het is wel degelijk de leeftijd, úw leeftijd die u parten speelt hoor. Als ik me niet vergis dan is u ongeveer van mijn leeftijd.
En als ik me niet nóg eens vergis wordt het gaandeweg erger, de barst wordt groter zeg maar, maar weer later gaat de barst weer dicht, zo tegen het einde. De tijd heelt immers alle wonden?
U moet uzelf losweken van het etiket Jonge God.
Dat was waar bij mij het heikele punt zat. Dat etiket loslaten betekent accepteren dat, laten we zeggen, een derde tot de helft van uw leven er op zit. U bent volwassen, soortvan, tegen wil en dank.
Even slikken. Nog een keer slikken.
En dan niet meer bang zijn.
Dan heeft u nog geboft, met maar een enkel barstje. Bij mij is het een ware craquele. Daar valt niet tegenop te plamuren.
Voordat iedereen begint met ontboezemen, we bevinden ons inmiddels op de glijdende schaal van Oprah, zou ik het volgende willen exclameren;
Heb angst en leef. En troost u met de gedachte dat u er de afgelopen 13,4 miljard jaar ook niet was, en dat nooit iemand zich daarover beklaagd heeft. Ook uzelf niet.
@Fred: wat is dat precies, “glijdende schaal van Oprah”? En hoe komt u bij die 13,4 miljard jaar? En hoe weet u dat ik me er niet over beklaagd heb dat ik er 13,4 miljard jaar niet was? (max 400 woorden).
Las ik het volgende niet enige tijd geleden van jouw hand mIKe ?
‘Doodgaan is één van die dingen die nog immer op mijn thingstodo-lijstje staan. Ik blijf het maar voor me uitschuiven, in de stille overtuiging dat van uitstel uiteindelijk toch wel afstel komt.
In de tussentijd rommel ik wat aan.’
Kan een barstje de prioriteitenvolgorde op een thingstodo-lijstje veranderen ?
Een tijd geleden heb ik dat ook een keer gehad. Lag ik in bed, nooit echt angstig geweest voor de dood, en plotsklaps sloeg het toe. Voelde mijn sterfelijkheid. En dat maakte me echt even heel erg angstig. Terwijl ik mijzelf weer rustig ademde en het onvermijdelijke probeerde te accepteren, ging de deurbel.
“Goedemiddag! Mijn naam is Jansen, en ik vroeg mij af of ik u misschien kon interesseren voor een uitvaartverzekering?”
Ai…
@miesepies: Losweken, mijn hemel. Hoe kunt U daar zo luchtigjes over spreken? U bent of buitengewoon moedig, of daadwerkelijk geen jonge god (meer).
@elfjetwaalfje: Te bemerken dat mijn archieven gelezen worden is uiterst plezierig, en voedt het vertrouwen in mijn onsterfelijkheid.