Het vervelende van aardige mensen is dat ze zelden zeggen waar het op staat. En mochten zij het, bij wijze van uitzondering, eens een keer wel doen, dan wordt de handschoen niet herkend en dus ook niet opgepakt. Een aardig mens is een gevaar voor zichzelf.

Laat mij U zeggen dat U mij alles zeggen kunt.

De échte discussie wordt met uitsterven bedreigd in een wereld waar men de botte bijl met fluwelen handschoen hanteert: ofwel gaat het argument verloren in overnuancering, ofwel is de bocht te kort. Maakt iemand zich eens kwaad, dan is er begrip. Of onverschilligheid. De hartstochtelijk gevoerde polemiek is een jammerlijke zeldzaamheid.

Ook is het makkelijk schreeuwen wanneer men geen antwoord duldt. Het verbaast mij wanneer mensen op grond van het onwrikbaar ideaal van vrijheid van meningsuiting andermans wereldbeeld menen kapot te mogen schieten. Vanwaar de arrogantie als hadden zij de waarheid in pacht? Vanwaar de lafheid die hen de dialoog doet mijden?

Misschien ben ik naïef als ik zeg dat een goede discussie alleen maar winnaars kent. Haantjes zijn het vanzelfsprekend niet met mij eens, maar ik ben van mening dat iedere herijking van het eigen gedachtengoed middels weerlegging of bevestiging in feite een verrijking is.

Het is iets waar ik in geloof. Zoals een ander in heel andere zaken gelooft. En dat is hem gegund, want wat is er erger dan iemand respectloos af te branden op grond van zijn geloof?

Voor alles sta ik open, maar uitspraken zonder onderbouwing overtuigen mij niet. Ik mag dan wel geen haantje zijn, maar ook weer geen kip zonder kop. Het is schrikbarend om te zien hoe vaak een drogreden als onderbouwing wordt verkocht.

Men kan hierover spreken of zwijgen. Nu eens koos ik voor het eerste. Op het gevaar af dovemansoren te treffen.

  1. Liesan zegt op 22 april 2004:

    Wanneer ik in het dagelijks leven met mijn medemens in discussie tracht te treden wordt ik regelmatig monddood gemaakt met een ietwat geergerd: “ja dat is jouw mening, dat mag”
    Weinig winnaars, zo’n discussie.

  2. Drs. J. zegt op 22 april 2004:

    En hoe zat het ook weer met: ‘spreken is zilver, zwijgen is goud’?

    Of is dat uiteindelijk ook een syllogisme?

    *zucht*

  3. jnnk zegt op 22 april 2004:

    We hadden een discussie over suïcidalen – tja, dat was opeens zo. Fel ageerden M. en ik tegen andere M. die duidelijk een andere mening was toegedaan.

    Andere M. vroeg snel aan M. of hij misschien iemand in zijn naaste omgeving verloren had op die manier. Onze discussie werd daardoor in de kiem gesmoord. Alsof een felle mening niet bestaat.

    M. antwoordde trouwens dat hij graag de discussie mocht opzoeken.

  4. Fred zegt op 22 april 2004:

    Het probleem van je uiteenzetting, meneer mIKe, is dat het voor de mensen met dezelfde, naar mijn mening gezonde, instelling een open deur is.
    Diegenen die een andere of geen mening zijn toegedaan, de schreeuwers, drogredenaars, meelopers en ongeinteresseerden zullen met een goede discussie nooit worden overtuigd. Zij blijven bij hun overtuiging, of hun gebrek daaraan.

    En daar sta je dan, als redelijk mens. Je overtuiging dat het een ieder is toestaan zijn eigen mening te hebben houdt jou beschaafd, je gebruikt immers alleen verbale kracht.
    De tegenpartij in de niet bestaande discussie zal echter nooit diezelfde mate van beschaving bereiken zolang zij niet vatbaar is voor de kracht van woorden.

    Om hen te overtuigen zul je je dus moeten verlagen tot een voor jou onaanvaardbaar niveau.
    Dilemma?

  5. stoethaspel zegt op 22 april 2004:

    Aardige mensen? Don van Vliet in een songtekst: “It’s lips smiled needles”. Ging dan ook over een aap, maar toch vaak van toepassing op mensen uit de dagelijkse omgang.

    Maar ach, Mikz, mensen discussiëren vrijwel altijd alleen om hun gelijk te halen. Gelijk hebben is het doel van een discussie, in hun ogen.

    Hoe vaak hoor je niet, wanneer je besluit om één of ander principieel standpunt in discussie te gaan, dat je beschuldigd wordt ‘een discussie enkel om de discussie te voeren’. Alsof het een schande is wanneer er aan het eind van het verhaal geen winnaar op kan staan.

    Bij de weg: Ooit de vier argumenten van John Stuart Mill gelezen voor zijn betoog ten behoeve van een absolute vrijheid van meningsuiting?

  6. mIKe zegt op 23 april 2004:

    @Fred: Het is niet zozeer dat ik iemand zo nodig wil overtuigen van mijn ideeën als wel dat ik het jammer vind dat de discussie vaak geen kans krijgt. Er zijn mensen met veel uitgesprokener meningen dan ikzelf die niet openstaan voor de dialoog.

    @stoethaspel: Wanneer twee mensen in discussie zijn kijkt de Waarheid glimlachend op hen neer. Zij voelt zich veilig, daar zij weet dat de kemphanen slechts oog voor elkaar hebben, en niet voor haar. En dat terwijl ze natuurlijk eigenlijk ontsluierd dient te worden. Men stelle zich dit laatste ten doel wanneer in discussie.

    Ik vermoed dat U wat dit betreft niet anders denkt dan ik. Zomin als Mill.

    Anderzijds kan men zich onder het mom van het vinden van de Waarheid ook de rol toekennen van spuier van abjecte ideeën. Men maakt discussie los, en dat is immers nobel. Zegt men. Ik vraag me weleens af waar hier de grens ligt, en in hoeverre men daadwerkelijk open staat voor de dialoog. Mills argumenten kunnen net zo goed dekmantel zijn voor iets heel anders.

Voeg een reactie toe

N.B. Het e-mailadres wordt nooit gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *