Bijna twee jaar geleden fietste ik door Afrika. Gambia, om precies te zijn. De fiets, gehuurd van een man die de kunst van het bandenplakken verstond en daarom plaatselijk bekend stond als the Professor, bracht mij en mijn bagage naar de plek waar ik wezen moest: een SOS-kinderdorp. Voordat ik vertrok uit Nederland had ik de helft van mijn rugzak gevuld met kleding om weg te geven. Eenmaal daar was het goede doel snel gevonden. Noem mij een idealist, en ik neem het U niet kwalijk. Veel stelde het allemaal overigens niet voor, ik gaf de kleding af, en maakte rechtsomkeert.

Het kwam weleens voor dat ik iemand sprak in dat merkwaardige landje aan de westkust van het donkere continent. De mensen waren allervriendelijkst, ofschoon de hartelijkheid zo af en toe slechts huiddik leek. Altijd kreeg ik de vraag waar ik dan wel vandaan kwam. Gevolgd door het verzoek om adressen uit te wisselen. Soms ging ik daarop in. Noem mij naïef, en ik neem het U niet kwalijk.

Terug in Nederland ontving ik brieven. Niet zo heel veel, maar toch. Genoeg om de blik meewarig te laten zijn wanneer ik ze onbeantwoord terzijde schoof. Want wat moet je met schrijfsels waarin om geld gevraagd wordt? Of om een telefoon? Of een voetbal? Ik kan er niet zoveel mee. Gisteren kreeg ik post. Wederom. Twee jaar na dato zwerft mijn adres er blijkbaar nog steeds rond. De afzender is mij niet bekend. Net als voorgaande brieven zal ook deze zijn weg naar de papierbak vinden. Noem mij koel en afstandelijk, en ik neem het U niet kwalijk. Al denk ik niet dat het terecht is.

  1. Actiereactie zegt op 27 oktober 2004:

    Ja dat kun je zo hebben, dat er plots die menslievende kant naar boven komt wanneer op vakantie geconfronteerd met andermans ellende en dat pas terug thuis in de luxe van alledag die ontnuchtering plaatsvindt.
    Ach voetbal is sowieso geen eerste levensbehoefte immers en tenslotte heeft men al beschikking over telefoon, nu dan zijn er velen die Uw hulp beter kunnen gebruiken me dunkt.
    Ondertussen is U er mooi klaar mee nu wij nog.
    :-) (U begrijpt ik kon het niet laten…)

  2. mIKe zegt op 27 oktober 2004:

    :-)

  3. stoethaspel zegt op 28 oktober 2004:

    Tsja, noem mij maar cynisch, maar wat verwacht u dan eigenlijk, beste Mike, als u daar als rijke westerling wat rond gaat hangen? Dat ze u niet zouden vragen om wat materiële verlichting?

    Ik persoonlijk heb mij ooit voorgenomen nooit en te nimmer landen te bezoeken waar het gemiddeld uurloon in de buurt komt met het afrondingspercentage in onze supermarkten.

    Niet omdat ik de mensen in zulke culturen ‘an sich’ als arm beschouw, maar omdat ze dat pas worden, geplaatst in de constellatie met een rijke westerling die alles heeft wat zij ooit als wens zouden kunnen verzinnen.

    Om kort te gaan: ik heb het altijd als iets ‘onethisch’ beschouwd, plekken op te zoeken waar mensen jaloers zouden kunnen worden op jouw vanzelfsprekendheden.

    Noemt u me gerust een zeikerd…

  4. jan zegt op 28 oktober 2004:

    Ik heb korte tijd doorgebracht in een krottenwijk in Nicaragua. Daar heb ik geleerd nooit vergelijkingen te maken tussen je eigen welvaart en hun armoede, dan word je namelijk stapelgek. Je moet de dingen in hun perspectief zien. Ik heb er ook geleer nooit zomaar aalmoezen te geven want daarbij maak je altijd de verkeerde keuzes. Nog steeds steun ik wel een (private) organisatie die daar actief is.

  5. mIKe zegt op 28 oktober 2004:

    @stoethaspel: Cynisch wil ik U niet noemen, mijn waarde. Eerder kortzichtig. Allicht is het vrij logisch dat men mij soms om materiële verlichting vraagt, daar waar men het minder heeft. En dat neem ik ook niemand kwalijk. Ik pretendeer alleen niet de hele wereld te kunnen helpen, en trek daaruit de consequenties. Soms bén ik er voor de minder bedeelde, en soms niet.

    Van mij hoeft U helemaal niet af reizen naar welk land dan ook, maar de reden die U hier aandraagt is een kromme. Onethisch is het wellicht wanneer men smakelijk gaat picknicken in het blikveld van iemand die letterlijk sterft van de honger. Maar daarvan is hier natuurlijk absoluut geen sprake. Noch van een picknick, noch van de hongerdood.

    Als rijke westerling hing ik er niet rond, maar gewoon als Mike (niet eens mIKe). Ik zag niet zoveel verschil tussen de mensen aldaar en mijzelf. Misschien vindt U het maar raar, maar gesprekken met ’mensen in zulke culturen’ doen goed, zo is mijn overtuiging. Naar beide kanten toe.

    Ik neem aan dat U ook de gehandicapte ontwijkt, omdat die weleens jaloers zou kunnen zijn op Uw ledematen?

    @jan: Inderdaad, alles in perspectief. Ik kan mij zeer wel vinden in dat wat U zegt. Ook ik heb overigens weleens de verkeerde keuzes gemaakt (en vermoedelijk niet voor het laatst), maar ik probeer nog altijd ruimte open te laten voor de goeie.

  6. stoethaspel zegt op 29 oktober 2004:

    Laat ik voorop stellen, beste Mike, dat ik dat voornemen uitsluitend voor mijzelf deed en daarmee niets wil zeggen over wat anderen wel of niet zouden moeten of mogen doen.

    Of u zich een rijke westerling voelt of niet, maakt in de praktijk weinig verschil denk ik. Feit blijft dat de economische verschillen levensgroot zijn en dat de wens altijd eenrichtingverkeer is: richting het land waar rijke mensen wonen, niet andersom.

    Het moge duidelijk zijn dat we hierover van mening verschillen, maar laat de woorden van een stoethaspel vooral geen beletsel vormen voor u.

    Overigens, nee, de gehandicapte ontwijk ik niet. Sterker nog, in mijn eigen kringetje komen ze voor.

Voeg een reactie toe

N.B. Het e-mailadres wordt nooit gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *