Op ongezette tijden laat ik U, waarde lezer, voor mijn geestesoog passeren.
U klinkt het glas dat ik hef, terwijl mijn gezicht Uw glimlach spiegelt. Zowel U als ik weet niet waar te beginnen, en nog minder waar te eindigen. De onwennigheid verdrinkend, verwoorden we om beurten het onuitgesprokene. Onder vier fonkelende ogen leren we wat het is dat zeggen van schrijven onderscheidt. U lacht om mijn lach, en ik om de Uwe. We praten eindeloos. Luisteren ademloos. En vliegen door de tijd die vanzelfsprekend nooit lang genoeg kan zijn.
Zou ik U ooit in werkelijkheid ontmoeten, dan niet zonder verwarrend déjà vu.
Good heavens, wat een taal. Het is net of ik mezelf hoor – en dat ben ik niet gewend van een ander.
Zo’n déjà vu-gevoel zou ik zeker krijgen bij een ontmoeting. Maar volgens Asimov is het gevaarlijk om jezelf te ontmoeten. Paradoxaal.
Ik ga hier vaker kijken.
Niettegenstaande de gelukzalige hoop dat relatiteit en fantasie overeenkomen, verwacht ik bij een eventueel ontmoeten, eerder dan een verwarrend déjà-vu, een ontnuchterende doch buitengewoon positieve ervaring.
Kan u het uurrooster van de ongezette tijden van uw geestesoog even online zetten, mIKe? Kwestie van mijn zondagskleren aan te trekken in het geval dat.
De omgekeerde webcam.
@Willem: Ik zie U en mij al drinken, bij ieder volgend glas opmerkend: “Ontnuchterend, nietwaar?”
@Inge: Onmogelijk het uurrooster te publiceren. Wel kan ik U zeggen dat die zich niet tot de zondag beperkt.
Uw gezicht weerspiegelt? Mag ik u dan aanraden om iets minder overdadig met die glimmende huidcrème om te springen?
Dan vindt u meteen ook in mij een ontnucheringskandidaat.