Iedere letter die U hier leest vindt zijn oorsprong in een toetsaanslag. Ervan uitgaande dat de woorden die zijn samengesteld uit deze letters betekenis hebben kunnen we stellen dat de toetsaanslagen niet willekeurig zijn. Sterker nog, met een beetje goede wil vindt U dit tekstje doordacht. Het lijkt alsof ik bedoel te zeggen wat ik schrijf. Maar is dat ook zo?

U zult het waarschijnlijk met me eens zijn dat mijn handen, terwijl ze de toetsen beroeren, worden aangestuurd door mijn hoofd. Of althans, door iets wat daarin zit. Alvorens de woorden hun weg naar het beeldscherm vinden ontstaan ze in mijn gedachten. Een populaire misvatting is het idee dat ik ze bedenk. De God van Willem Kloos.

Gelooft U eigenlijk in de ziel, als complement van het lichaam?

Stel dat de bron van mijn gedachten niet-stoffelijk is, dan doemt onmiddellijk het probleem der communicatie op. Hoe ‘spreekt’ mijn geest, en hoe ‘luistert’ mijn lichaam? Welk plekje in mijn hersenen staat in verbinding met God? Zonder U op de ziel te willen trappen stel ik dat ze niet bestaat.

Maar als God dood is, hoe kan ik dan ooit iets doelbewust bedenken? Het antwoord is eenvoudig: met geen mogelijkheid. Laten we er voor de grap eens van uitgaan dat ik met prachtig proza op de proppen kom. Een stapje dieper bezien zou je kunnen zeggen dat ik de zinnen verzin met behulp van een woordloze ‘denktaal’. Nog weer dieper wurgt de eindeloze regressie ons zonder mededogen.

Het mysterie van de ziel wordt zo de paradox van het bedenken.

Het moet dus anders zijn. Ik stel me dan ook voor dat woorden en beelden wel degelijk willekeurig in mij ontspringen. Afhankelijk van mijn gemoed sijpelt er af en toe eens wat uit mijn geheugen naar mijn bewustzijn, of ‘werkruimte’, zo U wilt. Aan deze woordenbrij ga ik schaven, totdat het wat is. In tegenstelling tot bedenken is corrigeren namelijk vrij eenvoudig.

Iets dergelijks gebeurt er waarschijnlijk ook als U mij een simpele ja/nee kwestie voorschotelt. In eerste instantie is mijn antwoord arbitrair. Maar door daarover na te denken kan het alsnog omslaan, of niet.

Datgene wat ik ik noem is in feite niet veel meer dan een corrector van de uitvoer van een random generator met mijn geheugen als bron. Het mag U choqueren maar het is een waarheid als een koe, die ik op wel duizend manieren had kunnen zeggen. Toevallig is het deze geworden.

  1. Actiereactie zegt op 23 september 2005:

    Deze tekst gelezen en opgeslagen hebbende vertrouw ik er op dat het op een goed moment weer naar boven zal sijpelen in een andere vorm die ik zal schaven en corrigeren waarna ik dan uiteindelijk met een mening zal zijn die niet arbitrair is.

    Tot die tijd ben ik in de overtuiging dat men ook kan verzinnen, omdat wanneer alles uit een willekeurig opborrelen ontstaat er over het geheel, op langere termijn, slechts nog chaos zou zijn.
    Deze tekst heeft nog een duidelijke behoefte aan bijschaving, zoals iedere eerste gedachte die heeft wat de gedachte op zich niet direct willekeurig maakt.

  2. maarten zegt op 23 september 2005:

    Naast de random generator van het geheugen zou ik uw omgeving ook als bron van impulsen willen aanmerken.

    Dus omdat u op woensdagavond een fles wijn openmaakte, en nadat deze leeg was geschonken ook nog naar de onderkant keek, moest u meteen aan de ziel denken. Hetgeen nu tot dit stukje heeft geleid.

  3. mIKe zegt op 23 september 2005:

    @Actiereactie: Wat U Uw eerste gedachte noemt is volgens mij al een behoorlijk bijgeschaafde versie. Misschien wel Uw tiende gedachte. Waar ik op doel is verzinnen in de betekenis van creëren. Ideeën komen niet uit het niets.

    Hoe verleidelijk het ook is om je voor te stellen dat er een mensje in Uw hoofd zit die gedachten produceert, het leidt al snel tot vervelende problemen. Want, wat zit er dan weer in zijn hoofd? Ziedaar de eindeloze regressie waar ik het over had.

    Tenzij U gelooft in een ziel (waar ik overigens alle respect voor zou hebben) leidt de beschrijving van de handeling iets verzinnen tot hoofdbrekens. Eigenlijk leidt het gebruik van de eerste persoon enkelvoud daar al toe, hetgeen direct wordt aangetoond doordat ik zelf in bovenstaand stukje een denkfout heb gemaakt.

    Daar waar ik spreek over schaven aan mijn gedachten in een ‘werkruimte’ veronderstel ik immers eveneens een mannetje in m’n hoofd. Het schaven dient dan ook eigenlijk gelezen te worden als iets abstracters. Het (automatisch) toepassen van (persoonsgebonden) regels op de opborrelende gedachten, of zoiets. Juist die regels beperken de chaos waar U zo bang voor bent.

    Dat dit onderwerp mij boeit moge duidelijk zijn, en wellicht is het wat teveel van het goede om het in een enkel stukje te hebben willen proppen. Maar ja, anders bleef het ook maar zo stil hier. U mag zich verheugen dat ik U niet met de depressieve buien heb lastig gevallen die mij de afgelopen weken kwelden, en zo nu en dan nog immer kwellen.

    @maarten: Helemaal mee eens. De associatiemachine is een thema dat hier nauw verwant aan is. Alleen dat van die woensdagavond klopt niet. Het was een andere dag.

  4. Actiereactie zegt op 23 september 2005:

    Ik moet nog eens over dit alles nadenken geloof ik.
    Over dat verheugd zijn heb ik dan wel weer een mening overigens, één die ik hier niet zal schrijven omdat U zich deze wel bewust bent, ondanks wat U schrijft.

  5. Willem zegt op 25 september 2005:

    De hoeveelheid creativiteit in de mens is niet groter en niet kleiner dan het totaal van de mogelijkheden voor herschikking van de gedachten van eenieder. Hoeveel dat uiteindelijk is, hangt af van het aantal mogelijke en significant verschillende configuraties voor neurale netwerken in het menselijk brein.

    Ik roep maar wat.

  6. bjorn zegt op 27 september 2005:

    Wat een boeiende gedachte !

    De redenering van Willem leidt, zo denk ik toch, rechtstreeks naar Kabbalistische kronkels met configuraties maar vooral permutaties ; we zetten er een supercomputer op (of we koppelen alle computers via ons aller net aan elkaar) en het wordt allemaal een eitje…

    Andere gedachte (waarvan ik hoop dat ze hier tegengesproken zal worden) : misschien rijden “we”, rijdt “men” zich wel vast in dit onderwerp omdat het over onze essentie, onze diepste wezen gaat. En dan vrees ik dat een bepaald systeem zichzelf nooit helemaal kan vatten, zodat er wel een of andere eindeloze lus moét ontstaan…
    Overigens is wat mij betreft “diepste wezen” niet gelinkt met een “ziel” of wat dan ook van die orde, wat dat betreft ben ik het alleszins met heer Mike eens.

  7. mIKe zegt op 27 september 2005:

    @bjorn: Bewustzijn vereist een hogere orde van gedachten: je moet beseffen dat je denkt dat iets zus en zo is. Maar hoe hoog moet je gaan om bewust te zijn? Is het noodzakelijk om te beseffen dat je beseft dat je denkt?

    Er zijn mensen die zeggen dat die hogere orden inderdaad noodzakelijk zijn (en wellicht tot in het oneindige), maar dat dit soort gedachten (laten we zeggen vanaf orde 2 of 3) op zichzelf onbewust zijn. Het doet een beetje denken aan het balletje dat U hier opwerpt.

    Natuurlijk kun je onbewuste gedachten niet vangen, maar dat neemt de mogelijkheid niet per se weg dat het systeem niet beschreven kan worden, zoals U ziet.

  8. bjorn zegt op 27 september 2005:

    U hebt vanzelfsprekend (alweer, alweer) gelijk, maar is mijn indruk verkeerd dat ook hier weer een (oneindige) lus in zit ?
    Het systeem kan (misschien) wel beschreven worden, maar zichzelf (misschien) nooit (helemaal) begrepen. Net daarom komen mensen misschien met begrippen als “ziel” afgehuppeld. En dat vederlichte begripje (24 gram of zo ?) (ver)wordt dan vaak enkele jaren/eeuwen later een loodzwaar systeem dat men wel eens religie durft noemen.

    Terzijde (of maar half) : zit u hier niet heel dicht tegen chaostheorie en dergelijke aan te leunen ? ’t maakt de gedachtewisseling alleen maar boeiender…
    Inderdaad, zo gezien is dit zelfs mínder dan half terzijde : we (in het algemeen) houden nu eenmaal van een mooi georganiseerd dingetje in onszelf en om ons heen. Chaos, bah ! laat ons maar vlug een mythetje of twee verzinnen…

  9. Willem zegt op 27 september 2005:

    >Maar hoe hoog moet je gaan om bewust te zijn? Is het noodzakelijk om te beseffen dat je beseft dat je denkt?

    Even een balletje.
    Niveaus:

    -1. Materie. Geen interactie, maar volkomen speelbal van oorzaak/gevolg.

    0. Je kunt niet denken. (dit definieer ik als de afwezigheid van een innerlijke wereld, zoals bij eencelligen, ongewervelden en planten. Niet meer dan machines met input en output. Computers, in feite.)

    1. Je kunt denken. (hogere dieren als, om het dicht bij huis te houden, honden en katten, zijn zonder meer in staat om een idee te krijgen. Beide beesten dromen bijvoorbeeld als de pest. Dat kan niet zonder een brein waarbij gedachten ook andere gedachten kunnen beinvloeden en er een wereld in gedachten ontstaat)

    2. Je kunt weten dat je denkt. (waarbij een bepaald gedachtenpatroon dusdanig op zichzelf is komen te staan dat het als complexe eenheid, een ‘black box’, opereert op andere gedachten. Op dit punt onstaat er een scheiding tussen het rationele bewustzijn en het lichamelijke onderbewuste)

    3. Je kunt weten dat je weet dat je denkt.

    4. etcetera.

    Dat leidt me naar twee mogelijke conclusies:
    1. er is steeds weer een hoge bewustzijn nodig om het huidige bewustzijn te bevatten
    2. vanaf niveau 3 of 4 (ben ik niet helemaal over uit) en hoger lijkt het patroon me niets anders dan ‘meer van hetzelfde’, waardoor de zogenaamd hogere bewustzijns niets meer toevoegen. Een enkel bewustzijn van gedachten is voldoende. Er zijn geen nivau’s van hoger bewustzijn; er is slechts 1 hoger bewustzijn.

    De niveau’s zijn, zoals alles in dit bestaan, niet strikt gescheiden. De overgang van niveau naar niveau is vloeiend.

    >En dan vrees ik dat een bepaald systeem zichzelf nooit helemaal kan vatten,

    Dit klopt voor formele systemen, maar zoals Heer Mike mij in een eerdere gedachtenwisseling aangaf: het brein is niet noodzakelijk een formeel systeem, en derhalve niet noodzakelijk aan haar regels onderworpen.

  10. Actiereactie zegt op 28 september 2005:

    Nu we het dan toch over in- en output hebben, laat ik er nog maar eens een domme vraag tegenaan gooien zodat U weet dat ik nog steeds denkende ben (van het trage soort maar toch..).
    U zegt dat U niks verzinnen kunt en dat wat U produceert slechts het gevolg is van een willekeurig opborrelen. Maar hoe zit het met Uw input, dus dat wat U opslaat om later te laten opborrelen, is deze evenzo willekeurig?

  11. mIKe zegt op 29 september 2005:

    @Actiereactie: Daar snijdt U iets zeer interessants aan. In eerste instantie is het wellicht zo dat de persoonsgebonden regels van het brein (noem het karakter) bepalen wat er wordt opgeslagen. Die regels (of overtuigingen) zijn op zichzelf overigens ook weer beïnvloedbaar. Feitelijk worden Uw waarnemingen dus gefilterd. Terwijl je enerzijds kunt zeggen dat de input daarom niet willekeurig is, is het anderzijds ook weer niet zo dat U bewust bedenkt wat U wilt opslaan. U kunt er niets aan doen dat iets of iemand indruk op U maakt.

    Daarnaast vindt er nog een ander, zeer verraderlijk proces plaats: in de loop der tijd veranderen Uw herinneringen.

Voeg een reactie toe

N.B. Het e-mailadres wordt nooit gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *