Toen de lefgozer om een bosje gele lafbekjes vroeg, was de bloemist ervan overtuigd dat hij in het ootje werd genomen.
“Mijnheer, mijn ootje is mij heilig, daar dient U verre van te blijven.”
“Alle respect voor Uw ootje. Ik zoek slechts lafbekjes. Gele.”
“Werkelijk? Daar heb ik eerlijk gezegd nog nooit van gehoord.”
“Eilaas. Doet U mij dan maar een bosje blauwe, als het U belieft.”
En zo geschiedde. De lefgozer rekende af, en liet de bloemist voor wat hij was. Veel meer dan dat maakte hij niet mee, die dag.
Mijn oom, bloemist (ooit), verkocht wel eens aanmereetsia’s.
Met de woorden ‘ootje’, ‘in’ en ‘nemen’ is veel ‘vuigs’ te bedenken.
Ter vermaeck laat ik dat vele nog wat als het ongekende.
Ach, er gebeurde in ieder geval wel wat die dag.
Wat er verder met Narcissus gebeurde is bekend…
Andre van Duin?