Hij denkt: “Niemand kan gedachtelezen, maar deze gedachte kunt U lezen.” En dat is dus de pest van schrijven in de derde persoon. Het is bij voorbaat niet te geloven. De gedachte is waar, maar degene die haar denkt kan niet bestaan, zodat het geschrevene onmiddellijk wordt gereduceerd tot ‘een verhaaltje’.
Hetzelfde anders gezegd: iedere derde persoon impliceert een eerste. Er is altijd iemand die zegt dat ‘hij’ iets denkt, en die iemand noemt zichzelf ‘ik’. Maar ik kan U nooit vertellen wat een ander denkt (want niemand kan gedachtelezen).
Geloofwaardig schrijven in de derde persoon kan dus strikt genomen niets anders zijn dan een vorm van beschrijven. Hij doet zus, of hij doet zo. Dát kan ik zien. Maar waaróm ie dat doet, I dunno.
Een vrijwel identieke redenering, maar dan met betrekking tot de natuurkunde, komt van Ernst Mach. Meer dan een beschrijving van de wereld zoals die op ons overkomt kan de wetenschap niet leveren. Echt verklaren is er niet bij.
In zekere zin heeft hij gelijk, maar wanneer een theoretisch model alleen op grond van deze kijk verworpen wordt vind ik het maar niks. De Vorstellungen van Ernst Mach staan in schril contrast met de Darstellungen van Heinrich Hertz, die niet bang was om de wereld ‘van binnenuit’ te onderzoeken. Geen gemakkelijke kost, maar uiterst boeiende materie.
Het is nogal een verschil: de een vat de wereld in formules, de ander toetst een verzonnen wereld aan de echte. De essayist versus de literator.
Om alle metafysica mystiek te noemen, zoals Mach deed, omdat wij er tóch niet bij kunnen, gaat mij wat ver. Een mysticus ben ik niet, maar de zuigende werking die uitgaat van ‘de studie van de ultieme realiteit’ kan ik niet ontkennen. En ik geloof warempel dat verhaaltjes ons kunnen helpen om dat gebied te exploreren.
Er is dan ook niks mis met de derde man, waarbij aangetekend dat zelfbescherming in mijn ogen de slechtste reden is om gebruik te maken van de stijlfiguur in kwestie. Juist de schrijver die zich verschuilt achter een derde persoon laat zich kennen. Wat we – en ik zeg dit vooral tegen mezelf – echter niet mogen vergeten is dat een verhaal iets kan zeggen wat niet op een andere manier verwoord kan worden.
Dit wapen mag ik niet laten liggen.
Nu zit ik al een week te broeden op een logje dat nogal ‘gevoelig’ zal liggen voor sommige bekenden (je weet nooit wie er meeleest en dat probleem wordt groter naarmate je log langer bestaat). Om het allemaal wat ‘verder van ons bed’ te laten lijken, zou ik het in de derde persoon gaan schrijven.
Ik zal nog even wachten en een beetje verder broeden ;o)
Bij dit stuk komt maar een term in mij op: show, don’t tell. Iets dat overigens ten eerste voortkomt uit uw opmerking over de derde persoon, maar een stelling die we ook nog eens van toepassing zouden kunnen verklaren op de metafysica. Helaas zijn we dan wel snel uitgepraat, want zoveel als de metafysica misschien te vertellen heeft, zo weinig is er te laten zien.
Geen vierde muur voor de derde man?
@Daniël: De derde man leeft in een poppenkast.
Nadeel van ’t voordeel is dat je met drie man natuurlijk nooit in een ruit kan spelen.
(Maar da’s logisch…)