Elk stukje heeft een eerste zin, zoals deze, die oneindig veel andere eerste zinnen uitsluit, enkel en alleen door er te zijn. Voor zin twee geldt hetzelfde. Wie daar al te lang bij stilstaat komt natuurlijk nooit aan schrijven toe. Eerlijk gezegd sta ik weleens stil, omdat ik in zekere zinnen schrijven wil. En dat is niet zo handig.

Mooischrijverij noemen ze dat met een lelijk woord, maar daar gaat het me niet om. Een juiste vorm geeft de inhoud vleugels. En ik doe gewoon mijn best. Het is dan ook iets anders wat me dwarszit, en dat is mijn toon. Neem nou een zin als de volgende, die met een beetje pech de eerste had kunnen zijn: “Het leven is een doordenkertje, maar wie erom lacht heeft het niet begrepen.”

U zult het misschien niet zeggen, maar achter een dergelijke frase schuilt wel degelijk enig denkwerk. Het jongetje dat ik ooit was is nauwelijks gegroeid: de kinderlijke ernst waarmee ik de zijnsvraag tegemoet treed is nooit verdwenen. Ik blijf me verwonderen, maar weet inmiddels wel te veel om nog te geloven in een antwoord.

Iemand bekende mij eens bang te zijn om dóór te denken, om te morrelen aan de basis van zijn geloof. Evenzeer vrees ik het dogma. Leven is voor alles een voortdurend vragen: hoe verhoud ik mij tot de wereld, tot een ander en tot mijzelf? Wie zijn antwoorden hierop niet in steen beitelt maakt niets kapot.

Wat ik het liefst doe is luisteren en praten, ik zoek de dialoog. Jawel, met U. Ik heb me weleens bedacht dat dit streven eigenlijk ten grond ligt aan al mijn schrijven, de rest is franje. Het belang dat ik hieraan hecht is enorm: dit is leven. In dat licht bezien is mijn toon dus niet zo handig. Het denkwerk dat voorafgaat aan een stukje zou een stukje moeten zijn. Met een sluitstuk als begin komt het gesprek toch immers nooit op gang.

  1. Oscar zegt op 28 januari 2009:

    In zekere zin toch wel jammer dat er waarschijnlijk nimmer een eerste zin geschreven zal worden met daarin het laatste woord.

  2. Met een sluitstuk als begin,
    zit de vaart er direct in.
    Pak ‘m door met dialoog
    zie daar: een spanningsboog.

    Waarschuwing! Achter deze frasen schuilt weinig denkwerk.

  3. mIKe zegt op 29 januari 2009:

    Een voortreffelijke illustratie!

    U beiden lijkt mij, net als ikzelf, niet vies van woordspeling en kwinkslag, maar deze toon smoort een dialoog net zozeer in de kiem. Bent U ook in staat om zónder stijlfiguren te converseren, of denkt U dat het onderhavige medium zich daar domweg niet voor leent?

    Lastig, niet?

  4. nina zegt op 29 januari 2009:

    Raak. Ik zou graag iets slims of grappigs of anderszins moois toevoegen maar de scherpzinnigheid ontbreekt ten enenmale, murw als ik ben van een dag zittend werk.
    Maar misschien is hierop alleen mijn reactie (dat ik mij oprecht uitgenodigd voel tot reageren) genoeg.

  5. meneer Walski en ik doen nog een poging zegt op 29 januari 2009:

    Mooischrijverij, ja, maar het leven is niet mooi. Het rotte leven in mooie woorden proberen te vatten, laat niets te schrijven over. Ik denk waarde Mike, dat de grap achter het leven is, dat er geen zekere zin in zit. Er is geen vruchtbare kern. Het is bedorven vruchtvlees rond een pitloos gat. Bestorven lucht, duister, in de leegte.

    Er is geen kern. “Het leven is een doordenkertje, maar wie erom lacht heeft het niet begrepen”, een samenvatting zonder verhaal. Het geeft geen pas vorm te zoeken zonder die inhoud. Schrijf niet over de kern, maar over het rotte, onbehouden vruchtvlees. Schrijf over het verrekte leven. Zonder voorbehoud, zonder richting, zonder denkwerk.

  6. Sas zegt op 30 januari 2009:

    @Walski: Dat het leven zonder zin is, betekent nog niet dat het rot is. Dat U het leven deze connotatie meegeeft, betekent wellicht wel dat U zich geen raad weet met de voortdurend terugkerende vraag:
    “hoe verhoud ik mij tot de wereld, tot een ander en tot mijzelf?”

    Maar kom, verras me met een doordenkertje.

  7. meneer Walski en ik zegt op 30 januari 2009:

    Excuses, dat was weer een stijlfiguur. Mijn punt: Ik denk dat er geen kern is, geen essentie van het leven. Maar je kunt wél een kern benaderen. Een soort natuurkundig mysterie: een niets dat wel te omschrijven is. ‘Omschrijven’ hier in letterlijke zin zelfs: eromheen schrijven. En dat is dan meteen het fijne aan dit leven (dat wat mij betreft een mooirijpe vrucht is, maar allez, ik heb het dan ook getroffen hier he): je kunt het verkennen, maar je zult het nooit vatten. Daarom: probeer niet tot de kern te komen, maar schrijf zonder voorbehoud en zonder doel over wat de kern vormt: het leven eromheen.

  8. mIKe zegt op 30 januari 2009:

    @meneer Walski en ik: De kern die U ontkent is de kern van mijn leven. Ik ben het met U eens dat ze niet te vatten is, maar de sisyfusarbeid om het toch te proberen – een eeuwig bevragen -, is in mijn ogen zinvol, omdat dat aan alles raakt. Het geeft mij de diepte die ik nodig acht.

    Als kind kon ik er niet over uit dát we bestaan, het maakte me klein en groot tegelijk. Die verwondering was en is de drijfveer voor veel van wat ik doe. Ik koos er mijn studie op uit, ik snoof aan de wetenschap, ik huldigde én verwierp wat ik leerde, ik las en lees nog elke dag, ik praat erover, ik geniet van de schoonheid van het argument, ik verander van mening, ik leef.

    Wie al deze dingen niet doet (omdat het geen zin heeft), gaat uiteindelijk net zo dood als ik. Hoe schraal de troost!

    Heel concreet kan mijn verwondering vertaald worden in die ene vraag met de vele facetten, die ik in het stukje stelde. Het is interessant om te bedenken wat om het even welke filosoof daarop geantwoord heeft. Het is interessant om te formuleren wat je er zelf van vindt. Soms is het nodig stelling te nemen, anders valt er helemaal niets te zeggen. Mijn stelling is echter nooit een bunker, de genoemde vraag nooit volledig beantwoord. Deze zoektocht bevestigt mij in niets minder dan mijn menselijkheid.

    Dank voor Uw reacties, mijn waarde! Met U kan ik praten :-)

  9. Luc zegt op 3 februari 2009:

    Die dialoog heeft zin, al de rest is onzin. Ik haat gesprekken waarin iemand zegt ‘ik heb geen zin om hierover te praten’. Dat blokkeert elke dialoog. Het in vraag stellen van iets (of alles) heeft én geeft trouwens wel degelijk zin. Wie dat niet doet, kan evengoed onder de grond vertoeven.

  10. Sas zegt op 3 februari 2009:

    Amen.

Voeg een reactie toe

N.B. Het e-mailadres wordt nooit gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *