Halverwege een snikhete dag te Reims die we tot op dat moment voor het grootste deel binnenskerks doorbrachten zijgen mijn ravissante reisgenote en ik neer op een door parasols beschaduwd terras, hartje stad, daar waar ooit het forum was. Moe van alle indrukken en loom van de hitte roepen we een ober te hulp. Alles gaat traag, en dus ook hij, maar een ogenblik later nipt mijn tegenspeelster dan toch aan een glas citroensiroop, en ik aan bier. Even sluit ik mijn ogen als ik de alcohol naar mijn hoofd voel stijgen, dan kijk ik haar lachend aan, zeker wetend dat er niets mooiers en niets beters is dan het hier en het nu. Volkomen ontspannen leun ik achterover, mijn hartslag neemt af van langzaam naar bijna dood, en vredig bekijk ik de mensen om mij heen. Dan verstijf ik. Kortsluiting in mijn hersenen.
Schuin achter mijn raison d’être zitten twee echtparen van middelbare leeftijd aan twee tafeltjes. Ik kijk de mannen op de rug, de vrouwen in het gezicht. Het zijn vakantiegangers, net als ik. Herkomst onbekend, al zou je ze zo bij de Albert Heijn tegen kunnen komen. Niets bijzonders aan dit tafereel, ware het niet dat de dame aan rechtertafel plots en tot mijn stomme verbijstering grof geschut in stelling brengt. Zij is witgejurkt tot boven de knie, maar doet geen enkele moeite om dat in het nette te houden. Sterker nog, haar knieën wijken uiteen en laten mij weinig te raden over. Mevrouw draagt een jurkje, en niets dan een jurkje. Mijn keel schroeft zich dicht.
Boven tafel vervolgt zij het gesprek, alsof er niets aan de hand is, maar daaronder gaapt ze mij schaamteloos aan. Haar drie tafelgenoten zitten er verveeld en onwetend bij. Ik buig me naar voren, naar mijn eigen elfje. “Je moet even niet achterom kijken,” zeg ik schor, “maar wat ik nu zie.” En ik vertel haar wat ik zie. Dan val ik verslagen achterover. Ik wil niet kijken, maar kan niet anders. Aantrekkelijk is ze allerminst, deze witgejurkte dame, en toch ben ik volslagen van de kaart. Geamuseerd en welhaast medelijdend aanschouwt mijn vriendin mijn ontreddering. Mijn sidderend oog komt niet los van het bloot. Mevrouw schuwt het scheermes niet, denk ik nog. Het terras wordt wazig, alleen dit verdwijnpunt blijft haarscherp. Mijn hoofd tolt.
Dan, even plotseling als het spektakel begonnen was, is het afgelopen. Het witte jurkje staat op, rekent af, en wandelt weg, met man en vrienden, mij met duizend vragen achterlatend. Weet deze vrouw wat ze deed? Was het zo bedoeld? Was het voor mij bedoeld? Doet ze dit bij iedereen? Weet haar man ervan? Of is dit haar eigen geheime spel? Is het haar manier om een tigjarig huwelijk spannend te houden? Of is ze gewoon slordig? Vergeetachtig? Zwakbegaafd, misschien? Nooit, nooit zal ik de antwoorden weten. En daar zal ik domweg mee moeten leren leven. Ik sta op, pak mijn elfje bij de hand en houd haar stevig vast, bang dat ze ooit weg zal vliegen.
Los van wat mij nog het meest verontrust in Uw tekst en de, ondanks dat, nu toch aanwezige glimlach is er m.i. toch werkelijk niks minder aantrekkelijk dan zulks een dame vrouw.. nu ja iets dergelijks.
Bij de AH zegt U.. dat ik voor mezelf een kanttekening maak.
Kijk dat vind ik dan toch weer een groot jammer dat in de preview html wel goed gaat maar in de uiteindelijke reactie niet. (U heeft natuurlijk het vertrouwen dat Uw lezertjes uw woorden onder de previewknop ook lezen.. hoe misplaatst.)
Ach bekijkt u het liever van de positieve kant: nog een geluk dat het geen snikkelhete dag was, daar in Reims.
Dan had u helemaal niet geweten waar u kijken moest!
Wonderschoon!
De enige relevante vraag in deze is: voor hoeveel zou u – met of zonder bonuskaart – het met haar doen?
Ik denk, Sub Rosa, nu krijgen we een spannend verhaal over Tempeliers, Da Vinci Code, De Slinger van Dinges, en dat mIKe een clue heeft gevonden in de Kathedraal van Reims, maar nee, gaat het over een verschrompelde kaalgescheerde poes die ligt te zonnen.
Weet u zeker dat het geen Gulden Snede was wat u zag?