Wanneer iemand min of meer onbegrijpelijk schrijft, en zich bij voorbaat verdedigt met de opmerking dat wat hij op papier zet eigenlijk voor toekomstige generaties bedoeld is, dat de lezer er in feite nog niet rijp voor is, dan is het toch niet meer dan logisch dat ik een dergelijk figuur van het doen van een zwaktebod beticht? Ook al heet deze paljas Friedrich Nietzsche?

Mijn bij vlagen fel opflakkerende belangstelling voor wijsgerige kwesties zal voor U geen verrassing zijn. Toch was er ooit een tijd dat ik de werken van de zogenaamd grote filosofen links liet liggen. Te moeilijk, dacht ik toen in al mijn onschuld. Later meed ik de gevestigde filosofie om een andere reden. Ik was bang om mijn eigen oorspronkelijkheid te verliezen.

Momenteel zal dat laatste mij eerlijk gezegd worst wezen, en zo af en toe wil ik dan ook wel eens een filosofisch werkje lezen dat mij toevalligerwijs in handen valt. Zo heeft U mij de afgelopen week op een verloren moment in het zonnetje kunnen vinden met Voorbij goed en kwaad voor ogen.

Nu zal ik U vandaag niet vermoeien met een boekbespreking. In plaats daarvan wilde ik het hebben over iets algemeners, en wel over de taal der filosofen. Allereerst trek ik daartoe een parallel met een van mijn andere interesses, de natuurkunde. Inderdaad, dezelfde natuurkunde die door Nietzsche zo onbezonnen wordt verketterd.

Menige doorbraak in de fysica wordt door de geestelijk vader ervan bescheiden afgedaan als zijnde een in beginsel eenvoudig idee, dat vervolgens wiskundig gezien rigoreus is uitgewerkt. Het bekende één procent inspiratie en negenennegentig procent transpiratie verhaal. Wiskunde is dan ook de taal die iedere natuurkundige spreken moet, en die voor vooruitgang, of in ieder geval beweging, zorgt.

Een dergelijke algemene taal ontbreekt volledig in de wijsbegeerte. Men blijft immer hangen in die ene procent. Sterker nog, sommige filosofische teksten zijn zodanig aan een eigen taal gebonden, dat ze zonder kennis daarvan niet eens goed te volgen zijn. Aan dit laatste feit werd onder andere ook elders, in een zo nu en dan vrij amusante discussie, gerefereerd.

Hoe nu, vraag ik mij af, kan er ooit sprake zijn van een universeel geldige filosofie, als de beschrijving daarvan zich niet eens kan losmaken van de beperkingen van de moedertaal van de bedenker?

Natuurlijk, er zijn filosofen die zulks geprobeerd hebben, dat wil zeggen, die op een min of meer wiskundige wijze een wijsgerig bouwwerk hebben gemaakt, zoals bijvoorbeeld de heer Spinoza, van wie ik tot mijn genoegen ook het een en ander heb mogen lezen, en die (alweer) door Nietzsche tot op de grond wordt afgebrand. Moedige pogingen zoals die van Spinoza staan echter veelal op zichzelf, er wordt door anderen niet of nauwelijks op voortgebouwd.

Nu wil ik niet zeggen dat wat de heer Nietzsche schrijft waardeloos is. Integendeel, zijn tirades zijn veelal uiterst vermakelijk, en één of twee van zijn eigen ideetjes zijn zonder meer best aardig. Wat ik me echter in het algemeen afvraag is dit: wordt het überhaupt ooit nog wat met de filosofie? Of zal het altijd blijven bij mooie verhalen, die slechts aanzetten tot denken, maar nooit werkelijk iets verklaren? Een pseudo-wetenschap als het ware, die men net zo goed op een weblog kan bedrijven?

  1. Willem zegt op 13 juli 2005:

    Wat mij inderdaad opviel toen ik begon aan Kritiek van de Zuivere Rede van Dhr. Kant was dat er veel voetnoten van de vertalers bij stonden met daarin een verduidelijking van wat Kant nou eigenlijk bedoelde met woord X of Y. Zelfs Kant zelf geeft in zijn teksten veel deifnities, in de trant van “ik gebruik woord X zoals ik het bedoel, namelijk…” en “Concept X behoort niet/wel to definitie Y etc”.

    Dat bemoeilijkt natuurlijk het lezen van afzonderlijke filosofische werken. Als ik nu Spinoza of Nietsche zou gaan lezen, zou ik opnieuw moeten leren wat ze bedoelen met hun woorden.

    Er is geen filosofische semantiek, en filosofen modderen maar wat aan met hun moedertaal.

  2. stoethaspel zegt op 13 juli 2005:

    Het lijkt me eenvoudig te verklaren waarom filosofen zulke ‘rare’ dingen zeggen wanneer men de enorme verschillen in aanmerking neemt tussen spreek, schrijf en vaktaal. Ook de door u aangehaalde Spinoza deed daaraan mee en werd op tenminste één vlak door Nietzsche gewaardeerd, namelijk in zijn afwijzing van de metaphysica zoals dat tot dan toe werd opgevat.

    Afhankelijk van wat je als filosofie op wilt vatten, daarover lopen de meningen zeer, zéér sterk uiteen, bestaat er wel degelijk een taal die als algemeen kan worden opgevat: de formele logica. Zie hiervoor Wittgenstein, Gottlab Frege en anderen. Deze heren maken wel degelijk aanspraak op het bedrijven van een universeel geldige filosofie.

    Daar staat tegenover dat lang niet iedere filosoof tevreden is met logica als zuiverste vorm van filosofie. Kant is er één, Heidegger is wellicht de beruchtste. Die hebben veel terminologie nodig om uit te leggen wat men wil uitleggen. Soms is dat zinvol, soms niet. Een aardig voorbeeld is het begrip ‘ontologie’ wat zoveel als ‘zijnsleer’ moet betekenen, het bestuderen van het ‘zijnde’. Heidegger had aan de term ontologie niet genoeg want hij wilde een fudamentelere vraag stellen, namelijk die naar de voorwaarden van het ‘zijnde’. En zo komt dan een (door sommigen ervaren als) obscuur begrip als het ‘ontische’ de filosofische wereld ingeslopen.

    Nog even over Nietzsche: Hoewel hij gekend wordt als filosoof was hij dat strikt genomen, ondanks zijn filosofische leerstoel niet. Nietzsche was filoloog, een taalkundige. Dat laat zich aan zijn werk aflezen.

  3. miss cleopatra zegt op 13 juli 2005:

    Daarom leest ‘ie ook zo lekker weg, de man is een taalkunstenaar!

    En verder… “Of zal het altijd blijven bij mooie verhalen, die slechts aanzetten tot denken, maar nooit werkelijk iets verklaren?”

    Filosofie leidt natuurlijk niet naar de Waarheid (die bestaat niet immers), maar zal eerder aanzetten tot dneken over de vraag ‘wat is waarheid?’ Wilt u pasklare antwoorden over (de zin van) het leven, dan moet u zich wijden aan een godsdienst (maar doet u dat maar liever niet).

    Of:

    “Wat kan men van de filosofie verwachten? Laten we zeggen: geen heilsleer, geen vat met oplossingen voor alle problemen, geen definitieve richtsnoer voor het leven. Eerder zijn filosofen kritische analytici van heilsleren, oplossingen en richtsnoeren. Filosofen analyseren wijsgerige teksten, opvattingen en begrippen; ze bevragen en problematiseren ideeën en concepten aangaande de werkelijkheid om ons heen; ze scherpen de verschillen, maar zoeken ook naar fundamenten van theorieën en wereldbeschouwingen. Filosofie is het onderzoek naar wat wel en niet klopt, naar wat wel en niet waar is, zonder ooit van de uiteindelijke waarheid verzekerd te zijn. Filosofie is bezonnen nadenken, problematiseren en kritiseren, en staat op gespannen voet met het berekenende of calculerende denken dat zich enkel tevredenstelt met pragmatische oplossingen die in de praktijk blijken te werken. Filosofie is er om vastgeroeste denkkaders te ontmantelen en allerlei vormen van dogmatisme te bestrijden.”
    (http://filosofie.gaanstuderen.nl/filosofie/filosofie/watisdat_4.asp)

    “Een pseudo-wetenschap als het ware, die men net zo goed op een weblog kan bedrijven?”

    Vol verwachting klopt ons hart. ;-)

  4. maarten zegt op 13 juli 2005:

    Of filosofie wetenschap is hangt weer erg af van uw opvatting over wetenschap. Mits wetenschap beperkt is tot strikte experimenten, dan zal de filosofie niet ver komen.

    En ‘werkelijk iets verklaren’: elk antwoord kan weer worden opgevolgd door nieuwe vragen. Vooral de ‘waarom’ vraag is nogal problematisch – ook voor filosofen.

  5. Willem zegt op 13 juli 2005:

    >Of filosofie wetenschap is hangt weer erg af van uw opvatting over wetenschap. Mits wetenschap beperkt is tot strikte experimenten, dan zal de filosofie niet ver komen.

    Ik begon hierop aan een gedachte als “Maar filosofie is geen wetenschap, immers–” en bedacht me dat ik daarmee reeds mijn tent had opgezet in de goddelijke voetafdruk van een vallei die de semantische valkuil is.

    Het is dit, het is dat, het betekent dit het betekent dat, het betekent nu even voor mij in deze tekst als ik dit schrijf zus of zo… en we zijn weer een eeuw verder.

  6. mIKe zegt op 14 juli 2005:

    Dank voor Uw reacties, en de moeite die U zich heeft getroost om mijn tekst tot U te nemen. Zulks treft mij, na al die jaren, nog altijd aangenaam.

    Welbeschouwd is wat men filosofie noemt dus niet veel meer dan een berg razend interessant los zand. Van formele logica weet ik eerlijk gezegd (nog) te weinig. En wie weet vind ik daar, wat ik elders nog niet zag: cement en water. Om samen met dat zand beton van te maken.

    Voor al diegenen die nu bidden dat ik mij niet tot een godsdienst zal bekeren: vreest niet. De pasklare antwoorden die mij daar worden aangereikt zijn voor mij nimmer afdoende geweest.

    Zoals al eerder, ook door Nietzsche, gezegd: de Waarheid dient verleid. En dat verleiden, dat zal ik voorlopig niet laten, want zij is en blijft uiterst aantrekkelijk.

  7. ijsbrand zegt op 14 juli 2005:

    Ik mag mij weliswaar met de titel ‘wijsgeer’ tooien, maar zal dat nimmer doen, om hierboven al genoemde redenen. De werkelijkheid is niet talig, maar kan meestal beter in wiskunde beschreven worden, zoals Galileo al opmerkte, niet door het filosofengebroed.

    Waar een studie filosofie wel goed voor kan zijn, is dat het iemand helpen kan in de onzindetectie. Zij het dat de daarbijbehorende technieken meestal aangewend worden om andere denkers binnen de filosofie te bekritiseren.

    Filosofie zoals hier ter lande aan de universiteiten gedoceerd is in het slechtste geval theologie, maar veeleer filosofologie, ofwel de geschiedenis van het vak [zoals het beoefend werd door buitenlanders].

    Nederland brengt internationaal gezien nauwelijks interessante filosofie voort, op wat logici na inderdaad. Maar formele logica is ook weer een systeem dat vooral interessant is binnen zichzelf, zoals de meeste filosofie alleen binnen de kaften van het boek waarin die opgetekend is iets te zeggen heeft.

  8. jwl zegt op 28 juli 2005:

    Het grootste deel van de geschiedenis van de filosofie ligt in een tijd dat er anders gedacht werd over wetenschap. Filosofie is meer dan alleen het komen tot algemene, universele uitspraken. Wellicht zullen wetenschappelijke resultaten altijd tijdelijk zijn. Ontbreek het ons niet aan een juist perspectief om te kunnen beoordelen of een stelling/uitspraak universeel geldig is?
    Bij Nietzsche kan men ergens de gedachte tegen komen dat elke filosoof noodgedwongen slechts zijn eigen filosofie kan schrijven. En zoals muziek zich nooit aan de muziekwetenschappelijke inzichten zal houden, zo zal filosofie ook altijd een hoge mate van autonomie behouden: soms wil zij wetenschappelijk zijn, soms wil zij slechts aanzetten tot verder denken.

  9. Dany zegt op 24 september 2006:

    filosofie is gewoon een hobby en dat is goed. We snappen de termen of we snappen ze niet. Maar als iemand ze niet snapt, is diegene snel geneigd er op te reageren alsof het niet goed is dat soort termen te gebruiken. Kant is nou eenmaal een van de slimste mensen ooit en die gaat echt niet voor een paar ietwat domme mensen twee eeuwen later zijn woordengebruik aanpassen. Dat klinkt pas waanzinnig. Dat is niet echt een categorisch imperatief :)

Voeg een reactie toe

N.B. Het e-mailadres wordt nooit gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *