Na alle gekunsteldheid hier is de tijd voor een pas op de plaats daar. Laat ik vandaag eens normaal doen, voorzover mogelijk. Even niets vergezochts – wie zit daar immers op te wachten? – maar gewoon een vervolg op eerder werk. Een update, zoals dat heet. Een beetje freestylen, wellicht. Aan de vraag of U daar dan wél op zit te wachten ga ik even voorbij. Vroeger kon ik mij nog wel eens zorgen maken, om Uw loerende ogen, maar die tijd is inmiddels geweest. Als ik op deze plek al niet eens meer een beetje voor de vuist weg kan praten, dan is het eind natuurlijk zoek.

Een tijdje terug liet ik U weten dat mijn kloksnelheid te wensen over laat. Ik lees niet zo snel, heb ik U bekend. Welnu, er is nieuws. Wat eerst een trechter was begint inmiddels op een rioolbuis te lijken. Het blijft weliswaar dikke stront wat er doorheen gaat, maar het glijdt allemaal ietwat soepeler. Nog lang niet soepel genoeg naar mijn zin, maar de hoop ook de laatste obstipaties weg te kunnen werken is in ieder geval aanwezig.

De eerste stap in mijn poging het tempo op te voeren bestond uit het uitschakelen van het stemmetje in mijn hoofd. Ik subvocaliseer niet meer, Mijnheer! En dat scheelt. Het ‘binnenshoofds hardop lezen’ is een bekend fenomeen, maar bepaald niet bevorderlijk voor de snelheid. Het is een merkwaardige ervaring om de woorden vanaf het papier voor het eerst bewust direct in beelden om te zetten, ofschoon het proces vermoedelijk niet eens echt onnatuurlijk is. De vraag of we überhaupt in woorden denken is er een die mij al langer boeit, en ik ben eerlijk gezegd veel meer overtuigd van het bestaan van woordeloze gedachten, noem het mentalese, die het hoofd bevolken.

Echt bewijzen kan ik dit alles natuurlijk niet, en zoiets doet mij mezelf dan meteen angstig afvragen in hoeverre ik mij op het pad der zweverigheid begeef. Een zwakte mijnerzijds, die angst, maar dat terzijde. De vraag is of mijn toegenomen leessnelheid eigenlijk wel te verklaren is met een min of meer vaag concept als het onderdrukken van subvocalisatie. Ligt de oorzaak niet domweg in het feit dat ik graag sneller zou willen lezen? In het laatste geval hou ik mezelf met m’n oefeningen vreselijk voor de gek, terwijl ik anderzijds met het resultaat wel tevreden ben. Post hoc ergo propter hoc, noemt men zoiets, als ik het wel heb.

Maar goed, er is meer. Naast het onderdrukken van de geluidloze stem dwing ik mijzelf zo af en toe om in opgevoerd tempo te lezen. De gedachte daarbij is dat mijn ‘normale’ tempo dan automatisch ook omhoog gaat, doordat ik wen aan het snelle lezen. Meten is weten, natuurlijk, en dat is precies wat ik deed. Ik plukte een lichtverteerbaar boekje uit de kast, Antonio Skármeta’s De postbode, en mat mijn woordsnelheid. Met pieken van ongeveer 600 woorden per minuut las ik dit verhaaltje in één avond uit. Niet echt opzienbarend voor de getrainde snellezer, maar voor mij met m’n normale slakkengang van 200 woorden per minuut, en een relatief beperkte concentratiespanne, voorwaar een prestatie.

Opgemerkt dient wel dat ik dit boekje ooit al eens eerder geconsumeerd had. Daarnaast was daar het merkwaardige feit dat mijn tempo volledig instortte bij de beschrijving van de mooie Beatriz González. Mijn eigen fantasie won het van het geschrevene, en mijn gedachten dwaalden af. Of eigenlijk bleven mijn ogen hangen op de woorden, als had ik haar die ze beschreven zelf in mijn blikveld. Nu ja, sommige passages kunnen wellicht niet snel gelezen worden.

Dat ik er nog lang niet ben moge duidelijk zijn. Zo dient er bijvoorbeeld nog geschaafd aan mijn ooghoeken, ofwel mijn perifere gezichtsveld. Ook het visualiseren kan wellicht verbeterd. Maar al met al lijkt het zo te zijn dat ik de vaardigheid, het snel lezen, al lang onder de knie had, maar nooit eerder gebruikte.

Toen ik iemand enkele dagen terug enthousiast verslag deed van mijn bevindingen, vroeg hij mij om het waarom. Wat schiet je er eigenlijk mee op om snel te lezen? Waarom niet genieten van het woord, als van een wijn met goede afdronk? Wat is dat toch met jou, dat je veranderen wilt? Vanwaar de eeuwige onrust?

Hoewel het mij nogal zorgen baarde dat ik hem geen antwoord geven kon, nam mijn enthousiasme niet af.

  1. henk zegt op 24 mei 2005:

    De vraag rijst natuurlijk, of de sneller opgenomen materie wel minstens even goed beklijft. Als ik door een artikeltje heen schiet, weet ik na een minuut of vijf vaak al niet meer waar het over ging.
    En snel lezen werkt natuurlijk helemaal niet bij een meesterwerk als Ansichten uit Amerika van Willem Brakman. Langzaam en aandachtig lezen en herlezen is daarbij de boodschap.

  2. ijsbrand zegt op 24 mei 2005:

    Heel snel lezen heeft alleen nut als meteen daarna iets met de inhoud gedaan wordt. Of om door een voorspelbare tekst te snellen tot het eindelijk wel eens origineel wordt.

    Het zijn matige boeken die ik enkel op kruissnelheid doorneem. Helaas zijn daar veel van, durf ik toch vanuit enige ervaring met zowel boeken lezen als maken nu wel te zeggen.

  3. mIKe zegt op 25 mei 2005:

    @henk: U redeneert wat dit betreft precies zoals ik. Juist deze argumenten gaven mij tot nu toe voldoende grond om nooit zelfs maar na te denken over het verhogen van de leessnelheid. En de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik prachtig geschreven teksten nog steeds met de grootst mogelijke zorgvuldigheid, en dus langzaam, lees (en altijd zo zal blijven lezen). Maar het kan dus ook anders.

    @ijsbrand: Ik denk dat dat voor mij de eye-opener was, de ontheiliging van het boek, zoals U ook eens beschreef. Ik was gewend om alle boeken die ik las mijn volle aandacht te geven, ook de (bij nader inzien) matige. Het vereist een zekere vorm van arrogantie om selectief om te gaan met de energie die je in boeken investeert.

    Normaalgesproken besloot ik voordat ik een boek las of die mijn aandacht waard was. In de voorselectie was ik uiterst kritisch, juist omdat lezen mij veel tijd kost. Het nadeel hiervan is dat je, ook al denk je dat misschien niet, altijd afgaat op de mening van anderen, en daarnaast (of daardoor) het gevaar loopt mooie zaken te missen.

    Uiteindelijk blijkt het vrij eenvoudig om op het eigen oordeel te vertrouwen. Er is alleen een mentaliteitsverandering nodig, en het lef om zonodig door teksten heen te vliegen.

  4. Willem zegt op 25 mei 2005:

    Met ‘zonodig’ zijnde het operatieve woord.

    Leest ge nog langzaam en gelukkig, m’neer.

Voeg een reactie toe

N.B. Het e-mailadres wordt nooit gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *