Iedereen kent dat wel. Zo’n moment waarop je plotseling iets beseft dat voor jou heel belangrijk is, maar voor een ander triviaal. Terwijl je zelf erg gelukkig bent met je ontdekking, kun je je blijdschap nauwelijks delen. Wij spreken van een groeistuip. Een ontworsteling aan ingesleten gewoontes die veelal aan de persoon gebonden zijn.
Zo ging ook mij onlangs een lichtje op. En wel ten aanzien van mijn zogeheten kritisch vermogen. De ontwikkeling van deze eigenschap, die ik van huis uit eerlijk gezegd niet echt heb meegekregen, is in mijn ogen essentieel voor eenieder die ooit volwassen wil worden.
Het ontbreken ervan, in combinatie met de neiging om alles wat je tegenkomt maar het voordeel van de twijfel te geven, is karakter-technisch gezien behoorlijk desastreus. De wereld is in dat geval weliswaar mooi en prachtig, maar doordat je nooit kritiek durft te leveren, verandert je zelfbeeld in dat van een bang vogeltje. En daarmee jij zelf ook. Daarnaast is het moordend voor iedere creatieve impuls.
Nou is het in mijn geval ook weer niet zo dat ik pas recentelijk kritisch om mij heen durf te kijken, maar doordat ik er nu een naam aan heb gegeven besef ik wel dat ik daar zeker vroeger moeite mee heb gehad. En zo nu en dan valt dit probleem mij heden ten dage bij een ander op.
Opmerkelijk is verder dat het mij aan zelfkritiek nooit ontbroken heeft, hetgeen het bange vogeltjes effect alleen maar versterkt.
Ter illustratie, en wellicht ter lering, volgt hier in willekeurige volgorde een aantal zaken die voor mij ooit heilig waren, maar die ik nu durf te relativeren. Het geschreven woord. Alles waar het label ‘wetenschap’ aan gehangen kan worden. Meisjes. Stripboeken van Kuifje. De muziekrecensies in de OOR. Doeken die door Pablo Picasso gesigneerd zijn. Wat de krant zegt. Wat de leraar zegt. En, natuurlijk, wat U zegt.
Onzin.
@Willem: Kritiek leveren zonder argumenten is natuurlijk geen kritiek leveren.
Mijnheer mIKe, het is een fase. En het heet puberteit.
>Kritiek leveren zonder argumenten is natuurlijk geen kritiek leveren.
Goedzo!
Je leert het wel!
@ijsbrand: Aha! Maar in dat geval kent de wereld ontstellend veel meer pubers dan pak-‘m-beet 14-jarigen. Menig bang vogeltje komt die fase nooit te boven. Sterker nog, ik ken eigenlijk niet zo heel veel volwassenen. Ach, ik zal wel naïef zijn dat ik dit niet eerder besefte.
Relativeringsvermogen is mooi wanneer je het weet te relativeren ik tel minstens twee punten die heilig dienen te blijven potdorie.
@Actiereactie: Oef. Als U zo spreekt voel ik me plots weer 14.
Niks dan kontjes om ons heen, miKe. Dat wist je toch al? Waarover ging nou die Gombrowicz?
Verdorie. U heeft gelijk, heer stoethaspel. Het is een kwartje dat telkens maar weer moet blijven vallen. Soms voel ik me net een kapotte jukebox.
Daarom worden er ook best aardige, lezenswaardige boeken over geschreven, door mensen die zelf ook nog puberen. Gelukkig maar.
Och… hier ben ik dan nog ‘lief’, waarmee ik natuurlijk niks over Uw leerproces wil zeggen.
En heilig, mijn waarde.
Relativeren is mooi, maar kan alleen vanuit een vrij luxe positie.
Waarmee U een ontnuchterend tegenlicht op deze kwestie schijnt, miss cleopatra.
Beste Herge,
In mijn hoofd vegen zich de tweede alinea, zestien juni en Michael K. tezamen. Door het uitblijven van troost verdragen ze elkaar echter niet lang. Niet lang meer.
Pratt
Mijn waarde Pratt,
Troost is een oude dame die U zachtjes in slaap wiegt, en daarom niet per se het zoeken waard. Zij vindt U, in plaats van U haar. Soms verbergt ze zich even, maar ze blijft nooit uit. Niettemin hoop ik ten zeerste dat Uw hoofd niet ontploft.