Taal is wat ons bindt. Niets meer en niets minder dan dat. Schamen hoeven we ons daar niet voor. Immers, de taal is het huis van het Zijn, zoals de overigens zelf niet altijd even leesbare Heidegger ooit schreef. In vergelijking met dit huis zijn er ongetwijfeld ranziger ontmoetingsplekken denkbaar.

Was U dit huis nooit betreden, dan bestond ik niet voor U, en U niet voor mij.

Van de thema’s die ik hier pleeg aan te snijden is vriendschap, zeker de laatste tijd, geen onbelangrijke. Het is U wellicht opgevallen, of reeds de keel uit gaan hangen. Hoe dan ook, als het Zijn in de taal huist, dan zeker ook de vriendschap. Maar is het wel voldoende?

Ik ben altijd wat huiverig om U als vriend te betitelen. En waarom? Omdat ik gevoelsmatig van mening ben dat er toch iets meer bij een vriendschap komt kijken. De taal is weliswaar een noodzakelijke voorwaarde, maar misschien niet afdoend. Hetzelfde geldt voor Heideggers Zijn.

Mocht U zelf ooit verstrikt dreigen te raken in moderne – of erger nog postmoderne – filosofische teksten, neemt U dan van mij, als vriend, aan dat er geen betere remedie is dan teruggrijpen op de klassieken. Zo nam ik onlangs Cicero’s Over vriendschap ter hand.

Waarlijk, het is een genot om deze man te lezen!

Zijn lofzang stelt allereerst dat een vriendschap op natuurlijke wijze, uit liefde, ontstaat. Een relatie gebaseerd op persoonlijk gewin is dat nooit. Welnu, daar kunnen wij ons in vinden, nietwaar? Ik neem aan dat U van mij niet beter wilt worden, maar dat iets U aanspreekt.

Daarnaast, zegt Cicero, is ware vriendschap slechts tussen nobele mensen mogelijk. Het is karakteradel die tot vriendschap inspireert en vriendschap in stand houdt. De nobele inborst zorgt er voor dat een vriendschap geen geweld wordt aangedaan. Men vraagt een vriend niet wat hij niet kan bieden.

Anderzijds wordt de trouw van vrienden getoetst bij tegenslag. Ook hier is vanzelfsprekend karakteradel vereist. En eindelijk dan kom ik, dankzij Cicero, tot iets concreets. Ofschoon ik geen reden heb om te twijfelen aan de nobelheid van Uw hart, heb ik het nooit getoetst. Heeft U een nobel hart?

Mijn onzekerheid over onze vriendschap komt dus eigenlijk voort uit het feit dat ze nog niet op de proef is gesteld. En dat – hoezeer mijn empirische natuur ook om vergiffenis smeekt – getuigt niet erg van karakter.

  1. maarten zegt op 13 januari 2006:

    Mijn reactie die al halverwege het stuk ontstaat:

    >De taal is weliswaar een noodzakelijke voorwaarde, maar misschien niet afdoend.

    Dat betwijfel ik, of taal een noodzakelijke voorwaarde is voor vriendschap. Dat lijkt me nogal afhankelijk van de media die je tot je beschikking hebt (media als meervoud van medium, in deze zin).

  2. Sas zegt op 13 januari 2006:

    Ik geef U Hamann in retour. En de rest moet U zelf uitvinden.

  3. Wil zegt op 14 januari 2006:

    Wilt U dat ik wegga?

  4. mIKe zegt op 14 januari 2006:

    @maarten: Mocht dat zo zijn, dan versterkt dat in dit geval slechts de twijfel aan de vriendschap. Zelf ben ik overigens van mening dat de betekenis van taal erg vaak wordt onderschat.

    @Sas: Dank U! Voor het openen van een nieuwe wereld :-)

    @Wil: Geenszins! Zeker U, of all people, laat zich toch niet verblinden door wat uitgesproken introspectie?

  5. Wil zegt op 14 januari 2006:

    Ik kan U geruststellen: het was een test. Niet bepaald een vuurdoop, maar niettemin, een test. Een geslaagde test, mag ik wel zeggen.

    Laat ons nu debatteren over de nobelheid van dit dusdanig schaamteloze op de proef stellen.

  6. Wiro zegt op 15 januari 2006:

    Ik ben erg benieuwd op welke manier u de vriendschap tussen ET en het kleine mannetje kunt verklaren vanuit dit betoog.

  7. maarten zegt op 16 januari 2006:

    @mIKe: dat taal onderschat wordt, dat ben ik met u eens.

    Maar dat taal noodzakelijk is voor vriendschap blijf ik betwijfelen. Kunnen we de vriendschap tussen mens en hond een vriendschap noemen? (zoals ook Wiro vraagt).

  8. mIKe zegt op 16 januari 2006:

    Moet een ware vriend kunnen luisteren?

    Ja, zeg ik. Nee, zegt U. Woef, zegt de hond.

  9. Sas zegt op 16 januari 2006:

    Wat is luisteren? Is luisteren een gevoel van open staan voor de ander? Van diepe verbondenheid en woordenloos begrip? Of is luisteren dezelfde bewoordingen, dezelfde concepten (be)vatten?

  10. Wil zegt op 16 januari 2006:

    Heer Mike, U bekijkt de zaak vanuit een (al te) menselijk perspektief. Mensen praten en spreken door middel van een complexe constructie die taal heet. Wat u echter doet is het onlosmakelijk verbinden van deze hogere constructie met een van de meest basale gevoelens van een denkend organisme (waaronder ook honden): het beleven van plezier aan de aanwezigheid van en interactie met een specifiek ander denkend wezen, en de daarbijkomende wens en het handelen om deze aanwezigheid en interactie voort te laten bestaan.

    Deze door u gelegde koppeling, Heer Mike, is in werkelijkheid irreĆ«el en overbodig. Taal an sich is niet nodig. Communicatie en een zeker denkvermogen — dat wil zeggen; het zich bewust zijn van de aanwezigheid van de ander, wel. De blinde persoon beleeft geen plezier aan andermans uiterlijkheden.

    Heidegger had het bij het verkeerde eind: taal definieert strict; het vormt en ordent de gedachten, maar daarbij gaat ontegenzeggelijk een deel van de oorspronkelijke, taalloze gedachte verloren. Daarmee: een deel van de oorspronkelijke bedoeling en Idee.

    Niet verwonderlijk is het dat men zegt dat een nieuwe taal een nieuwe kijk op de dingen is: verschillende talen kennen immers verschillende syno- en homoniemen, om nog maar te zwijgen van woorden die in de ene taal wel bestaan, maar in de andere niet. Wist U, bijvoorbeeld, dat het Zweeds of Fins (mijn geheugen laat me in de steek — excuus) geen aparte woorden bevat om Hij of Zij mee aan te duiden; een duiding die wij niet-scandinaviers zo vanzelfsprekend vinden?

  11. zeekomkommer zegt op 17 januari 2006:

    Als altijd slaat men het belangrijkste over: het defineren van het begrip. Wat is vriendschap?
    Met andere woorden. Zo belangrijk is taal dus!

    Zonder taal zou een mens nooit een vriendschap sluiten met een hond. Of met wie dan ook. Omdat vriendschap een talig concept is. Is mijn stellige overtuiging.
    Waarmee niet gezegd dat zuiver limbische wezens geen relaties met elkaar aangaan, maar wel dat die relaties gebaseerd zijn op instinct, emoties en behoeften.

    Menselijk relaties hebben dat aspect ook, maar het cognitieve aspect van intermenselijke relaties is denk ik veel ingrijpender. Waar wij in geloven heeft immers grote invloed op onze emoties en behoeftes.
    Geloven moet hier niet te beperkt opgevat worden maar als de normen en principes waarnaar je probeert te leven.

    Als wij vriendschap sluiten met een hond dan doen we vooral aan projectie. De hond houdt van ons zoals wij van hem. Dat is een heilzame gedachte, zo vaak komt dat niet voor tenslotte, maar wel gebaseerd op het feit dat de hond niet tegenspreekt. Wat die hond bezielt daarmee akkoord te gaan zullen wij nooit begrijpen.

  12. mIKe zegt op 17 januari 2006:

    Zeekomkommer plukt mij de woorden van de lippen! Zeer juist maakt zij onderscheid tussen lagere en hogere emoties. 1) Taal is een essentieel ingrediƫnt voor het laatste type. 2) Omdat vriendschap zich ergens bovenaan het spectrum bevindt, is taal daar onlosmakelijk mee verbonden.

    ad 1) Om iets te beseffen moet je dat kunnen reflecteren, je moet erover na kunnen denken. Iedere bewuste ervaring is in die zin onderhevig aan een zekere vorm van feedback. Voor deze terugkoppeling is een drager nodig: je moet de ervaring uitdrukken, om er vervolgens wat mee te kunnen doen. Die drager is taal. Zonder taal geen zelfbewustzijn, laat staan vriendschap.

    Het verbaast mij dan ook dat Willem het heeft over denkende honden.

    ad 2) Men kan erover twisten of vriendschap puur en alleen een ‘hogere’ emotie is. Het is ongetwijfeld meer dan dat. Een bepaalde, misschien wel instinctmatige, geborgenheid die men bij een ander kan voelen, datgene waar Sas op doelt, hoort ook bij vriendschap. Maar niet exclusief.

  13. karin zegt op 24 januari 2006:

    Knappe tekst. Vriendschap wordt getest op woordenwisselingen. Dan leer je je elkaar juist beter kennen.

Voeg een reactie toe

N.B. Het e-mailadres wordt nooit gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *