Rond mijn vierde verjaardag kreeg ik een brilletje aangemeten, en ‘ontwaakte ik uit mijn dogmatische sluimer’, zoals dat heet. Zó zag de wereld er dus werkelijk uit! Het feest was echter van korte duur, want niet veel later sloeg de twijfel al toe, om vervolgens nooit meer te verdwijnen. Niemand kon mij er namelijk van overtuigen dat het door mijn bril vervormde beeld het juiste was. Dat ik iets anders zag was zonneklaar, maar dat dit dus de werkelijkheid was moest ik maar aannemen. Misschien was mijn bril wel net zo defect als mijn ogen, wie zou het zeggen?

De meeste stukjes die ik schrijf leiden niet tot een discussie. Niet echt. Dat ligt niet aan U, maar eerder aan mij. Want wat moet U bijvoorbeeld met een verhaaltje over Oorlog en Vrede? Over de onontkoombaarheid van het bestaan? Is het überhaupt wel mijn idee? Of laat ik slechts zien wat Tolstoj dacht?

In antwoord op deze en andere vragen wil ik het vandaag eens anders doen. Geen verhaal over een verhaal, maar een uiteenzetting van mijn eigen twijfels. Wat mij opviel aan Uw reactie op de mythe van de vrije wil is dat het U ‘een brug te ver gaat’ zónder dat U met argumenten komt. Wat ik nu wil laten zien is dat deze manier van doen vaak onontkoombaar is. De meeste discussies kennen een punt waarop de bril die men draagt de kijk op de zaak bepaalt. En in mijn ogen draagt iedereen een bril. Diep van binnen gelooft U in de deugdelijkheid van Uw bril.

U gelooft, niets meer of minder dan dat.

Om dit betoog te onderbouwen zal ik U mijn gedachten ontvouwen omtrent de wil. Als klein jongetje, niet zo heel veel ouder dan vier, zat mij deze kwestie al dwars. Tot op de dag van vandaag blijft het antwoord onbevredigend.

Als we ervan uitgaan dat iedere gebeurtenis een andere gebeurtenis als oorzaak heeft dan is het bestaan van de vrije wil uitgesloten. We hebben het dan over een volledig causale wereld. Alles is oorzaak en gevolg, inclusief de wil, die daardoor niet vrij meer is (overigens, maar dit terzijde, sluit een dergelijke wereld het bestaan van authenticiteit niet uit). Wil men toch van vrije wil kunnen spreken dan moet die causaliteit dus érgens doorbroken worden.

Zo kunt U bijvoorbeeld veronderstellen dat U in bezit bent van een ‘individualistische en naar vrijheid snakkende geest’ die zich niet aan banden laat leggen. Deze bewering gaat echter gepaard met problemen. Want waar zit dan die vrije geest? Niemand is in staat om de singulariteit aan te wijzen, die enerzijds gevangen zit in ieder lichaam, maar anderzijds aan geen natuurwet voldoet. Is die geest dan onstoffelijk? Wellicht, maar hoe kan iets onstoffelijks (geest) ooit communiceren met iets stoffelijks (lichaam)? U kunt hooguit geloven dat zoiets kan.

Maar wacht even, misschien zijn de natuurwetten helemaal niet zo strikt, hoor ik U al denken. Aan het begin van de 20e eeuw is toch gebleken dat sommige verschijnselen zich slechts met behulp van kansrekening laten voorspellen? Nou, daar zit toch zeker wel wat ruimte voor de vrije wil?

Laat mij allereerst benadrukken dat de natuurwetenschappen een beschrijving en geen verklaring van de werkelijkheid geven. Dat wordt nogal eens vergeten. In het ergste geval wordt er een theorie verzonnen rondom iets wat niet bestaat. Daaraan moest ik denken toen ik Multatuli’s vermakelijke idee 541 las, die ik voor de gelegenheid en voor U heb overgetypt. Uiteraard wil ik hier niet beweren dat de quantummechanica een loze theorie is, maar weerlegt zij nou echt het idee van een causale wereld? Ik weet het niet.

Als ik een munt opgooi dan weet ik dat er een kans van 50% bestaat dat ie op kop valt. Echter, zou ik alle randvoorwaarden kennen (een praktische onmogelijkheid) dan kan ik precies berekenen wat het wordt. Het is niet gezegd dat de quantummechanica het laatste station is. Misschien voldoen elementaire deeltjes, net als die munt, ook wel aan (vooralsnog onbekende) wetmatigheden. Geloof het, of niet.

De laatste aanval op het beeld van de causale wereld die ik hier wil noemen is de zogenaamde Copernicaanse wende van Immanuel Kant. Oorzakelijkheid, zei hij, zit niet in de wereld maar in ons hoofd. Een verbluffend en wonderschoon idee, als U het mij vraagt. Het kenvermogen is de bril waardoor wij de wereld zien. Kant schetst het volgende beeld. De zintuigen ontvangen een bombardement van impulsen, die door het kenvermogen wordt omgezet in logische beelden inclusief causaliteit. De wereld an sich (en dus ook de vrije wil!) blijft echter onkenbaar. We kunnen wel geloven in het bestaan van vrijheid, maar zeker weten doen we het nooit.

En zo komen we uit bij waar we begonnen waren, de bril. Het hangt er maar net vanaf door welke U de zaak bekijkt. Als U mij nu vraagt hoe ik het zie, dan moet ik U bekennen dat ook ‘mijn geest naar vrijheid snakt’. Ik hou teveel van het verhaal, van de romantiek, om het anders te kunnen zien. Natuurlijk koos ik zélf voor de liefde van mijn leven, om maar eens wat te noemen. Geen twijfel aan. Dat ik haar zie door een bril die gevormd is door een leven aan ervaring vergeet ik voor het gemak, al maakt haar dat niet minder lief.

Het enige wat het jongetje van vier in mij zo nu en dan frustreert is dat we (en ik bedoel ‘we’ in de meest brede zin van het woord) het zo vaak niet eens kunnen worden. Dat de meeste discussies, áls ze al van de grond komen, tot niets leiden, enkel en alleen omdat de ene bril de andere niet is.

Er is maar één waarheid: zonder bril zien we niets.

  1. Oscar zegt op 30 september 2008:

    (Kan wezen.
    Daarentegen: ‘zelfs zónder bril zie ik momenteel dubbel’.
    En het buitensporig aantal biertjes dat u hedenavond in mijn bijzijn achterover sloeg (ik heb ze geteld!) dubbelde mijn dorst ruimschoots!
    Des te verbluffender dat u er zo diep in de nacht nog zo’n heldere tekst als bovenstaande uit weet te knallen. Chapeau!
    Hoe dóet u dat toch? U zou meer moeten zuipen! Ik kan tot geen andere conclusie komen.

    Ikzelf leg mijn moede hoofd nu liever te rusten.
    En hoop u morgen -na herlezing- van zinniger repliek te kunnen dienen

    PS: Tolstoj, Multatuli, Kant, Copernicus: who the fuck zíjn die gasten?!)

  2. mIKe zegt op 30 september 2008:

    @Oscar: U heeft gelijk wat dat zuipen betreft. Ik ben nu weer nuchter, heb mijn eigen tekst nog eens herlezen, en snap er niks meer van!

  3. Ietszsche zegt op 30 september 2008:

    Volgens mij was het Spinoza die ons al wees op de genealogie van de vermeende causaliteit.

  4. Oscar zegt op 30 september 2008:

    Spinoza hield kennelijk ook wel van een biertje.

  5. Mai zegt op 3 oktober 2008:

    Hoeven we deze tekst dan niet meer serieus te nemen?

  6. mIKe zegt op 3 oktober 2008:

    Zeker wel.

  7. Rutger zegt op 6 oktober 2008:

    Die laatste zin is in ieder geval waar.

  8. Louw zegt op 8 oktober 2008:

    met of zonder bril, het volgende baart mij zorgen :
    http://mikz.net/log/index.php?s=funk

  9. pom zegt op 11 oktober 2008:

    Naast de illusie van causaliteit en de illusie van vrije wil hebben we niet heel veel meer nodig, lijkt me.

Voeg een reactie toe

N.B. Het e-mailadres wordt nooit gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *