In Villefranche de Rouergue werd mij een sprookje verteld. Het ging over een man die een vrouw ten huwelijk vroeg, 28 jaar nadat hij haar verlaten had. In de tussentijd zag hij haar twee keer moeder worden, zij hem drie keer vader. Eén roerig jaar waren ze samen geweest, en dat was dan dat. Ze zouden vrienden blijven, maar meer ook niet. Op zijn zestigste stopte de man met werken en stortte hij zich in het avontuur: hij kocht een leegstaand badhuis en verbouwde dat eigenhandig tot paleisje. Daarna nodigde hij zijn jeugdvriendin uit, en zei haar dat hij haar niet meer wilde laten gaan. Brigitte, want zo heette de vrouw in kwestie, vertelde me dit alles stralend. Ze barstte bijna uit haar velletje van geluk.
Twee geleefde levens, met alle hoogte- en dieptepunten van dien, en dan pas samen. Mooi vond ik dat. Niet voor het meisje had deze man gekozen, maar voor de vrouw die zij geworden was, de vrouw wier ogen fonkelden van leven en van lust. Mijn gedachten dwaalden af. “Had ik je maar 10 jaar eerder ontmoet”, verzuchtte ik mijn meisje eens in een zwak moment. Wat een ontkenning van mijn eigen geluk! Had ik haar 10 jaar eerder ontmoet dan was ze nu iemand anders geweest. En wie weet of onze bagage dan toereikend was voor deze droom, in Villefranche de Rouergue. Op 5 september trouwen ze, Erick en Brigitte.
Hm.
Geinig.
Maar natuurlijk wel veel onderhoud.
Aan zo’n paleisje.
U bent een wijs man (voor uw leeftijd).
En inderdaad, een paleisJE, je kan je kont er niet in keren. En veel te donker binnen, natuurlijk. Onroerend goedbelasting zal wel heel hoog zijn. En je rijdt toch al gauw 3 kwartier naar de dichtsbijzijnde supermarkt. Nee, niks voor mij.