Het huis tegenover het mijne is enige tijd geleden verkocht. De nieuwe bewoners leven er nu ruim een maand. Alhoewel, leven is misschien wat overdreven. U moet weten, tussen mijn huis en het hunne ligt een straat niet breder dan een meter of vijf, en dat geeft mij dus alle mogelijkheid hen te observeren. Maar in tegenstelling tot het bevallige overbuurmeisje dat er eerst woonde, verschaffen deze nieuwe buren mij weinig kijkplezier. Ik vind ze eng.
Het ritueel is al een maand lang hetzelfde. ’s Ochtends vroeg worden er twee Apple’tjes opengeklapt, en ’s avonds gaan ze weer dicht. In de tussentijd staart het stel naar twee schermpjes, hij naar het zijne, zij naar het hare, nooit naar elkaar. Ze zien ziekelijk bleek. Wat er de afgelopen weken in mijn eigen leven ook gebeurde, van verbouwing tot kerstdiner, altijd waren daar die twee zombies op de achtergrond. En ze zijn er nog steeds.
Natuurlijk heb ik mij afgevraagd wat ze daar nou aan het doen zijn, of eigenlijk niet aan het doen. Af en toe beweegt er even een hand naar een toetsenbord, maar meer ook niet. Het is niet dat er een boek geschreven wordt, of zo. Het lijkt er eerder op dat ze ergens op wachten. En toen ik dat eenmaal had bedacht begreep ik het. De incidentele beweging van die hand kan maar voor één enkele toets bedoeld zijn: F5. Mijn overburen, die ik nog nooit gesproken heb, kennen mij beter dan ik hen.
Ik had verwacht dat mijn gemummificeerde wezen op zijn minst zou pulveriseren bij die magische F5…
Nú dan toch, mijn waarde :-)